Spreekwoorden en uitdrukkingen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Wat is de betekenis van:
De appel valt niet ver van de boom

1. Kinderen lijken vaak op hun ouders
2. Jouw eigen kind of kinderen
3. Het is nergens beter dan thuis
4. Mensen veranderen

Wat is de betekenis van:
Geen kind hebben aan iemand

1. Geen kinderen hebben
2. Jouw eigen kind of kinderen
3. Heel goede vrienden zijn
4. Geen last van iemand hebben

Wat is de betekenis van:
Iemand met open armen ontvangen.

1. Geen last hebben van iemand.
2. Het fijn vinden dat iemand er is.
3. Iemand enthousiast ontvangen.
4. Mensen veranderen.

Wat is de betekenis van:
Het zijn dikke vrienden

1. Ze zijn allebei dik
2. Heel goede vrienden zijn.
3. Mensen veranderen
4. Kinderen lijken vaak op hun vrienden

Wat is de betekenis van:
Je eigen vlees en bloed.

1. Jouw eigen kind of kinderen.
2. Heel goede vrienden zijn.
3. De appel valt niet ver van de boom
4. Je eigen vlees kopen.

Wat is de betekenis van:
Jong geleerd, oud gedaan.

1. Je kan iets pas als je ouder bent.
2. Kleine kinderen worden groot.
3. Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
4. Op school leer je voor later.

Wat is de betekenis van:
Kleine kinderen worden groot.

1. Je wordt steeds groter.
2. Mensen veranderen.
3. Jong geleerd, oud gedaan.
4. De appel valt niet ver van de boom.

Wat is de betekenis van:
Oost west, thuis best.

1. Het gras is altijd groener bij de buren
2. Thuis staat in het oosten.
3. Je eigen bed slaapt het lekkers.
4. Het is nergens beter dan thuis.

Wat is de betekenis van:
Van je familie moet je het hebben.

1. Een familielid bezorgt je soms nadeel, zonder dat je dat verwacht had.
2. Iemand enthousiast ontvangen.
3. Iets met familie.
4. Heel goede vrienden zijn, net zoals je familie.

Wat is de betekenis van:
Oud en wijs genoeg zijn.

1. Ik kan het zelf!
2. Ik kan het zonder hulp van mijn ouders.
3. Mensen veranderen.
4. Verstandig genoeg zijn om je eigen beslissingen te nemen.