Maatschappij: Middeleeuwen - Stad

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al van een stad in de Middeleeuwen?

Slide 2 - Open vraag

De middeleeuwse stad

In ons land bestaan echte steden nog niet zo lang. 
Ongeveer 700 jaar.
De mensen woonden eerst in kleine dorpjes.
Deze dorpjes werden steeds groter door de handel.
Zo ontstonden de eerste steden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waarom kwamen er steeds meer steden?
A
Door de handel
B
Door de boeren

Slide 5 - Quizvraag

Waarom waren de reizen gevaarlijk voor de handelaren?
A
Door de slechte wegen
B
Door de rovers

Slide 6 - Quizvraag

In de Middeleeuwen was het veilig om bij een kerk of een kasteel te gaan wonen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Veilig in de stad
Een stad in de middeleeuwen heeft grote, sterke stadsmuren
De stadsmuur heeft een aantal poorten.
Die worden streng bewaakt door poorters.
Elke avond gaan de poorten dicht.
Je moet dus op tijd binnen de stadsmuren zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat bouwden de mensen rondom de stad?
A
Hoge houten hekken
B
Stevige stenen stadsmuren

Slide 10 - Quizvraag

Waarom wilden de mensen een muur om de stad?
A
Zo kon iedereen goed zien wat hun stad was.
B
Dan kon er een gracht om heen.
C
Zo konden ze water tegenhouden.
D
Daarmee wilden de mensen de stad beschermen.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe konden de mensen de stad in en uit?
A
Via het water
B
Via de poorten

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer werden de stadspoorten gesloten?
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je de gaten in de stadsmuur?
A
schietgaten
B
kijkgaten

Slide 14 - Quizvraag

Dicht op elkaar
Binnen de muren van de stad is maar weinig ruimte.
De huizen staan daarom dicht op elkaar.
De wegen zijn van zand, daarom is het na een regenbui vaak een grote modderpoel.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe beroepen
In de steden onstaan nieuwe beroepen omdat niet iedereen meer boer hoeft te zijn. 
Je kon ook op een andere manier aan eten komen. 
De mensen leren nieuwe dingen.
Ze leren ambachten.

Slide 16 - Tekstslide

Nieuwe beroepen
Ambachten zijn beroepen waarbij je iets maakt met je handen.
Bijvoorbeeld een bakker of een smid. 
Een smid maakt van ijzer wapens en andere spullen zoals hoefijzers en ploegen. 

Slide 17 - Tekstslide

Ruilen
Om aan spullen te komen gingen mensen van alles ruilen.
De timmerman maakte een stoel voor de schoenmaker.
De schoenmaker ruilde met een paar nieuwe schoenen.
De boer bracht de bakker graan en kreeg brood terug.
Dit ruilen noem je ruilhandel

Slide 18 - Tekstslide

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 19 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 20 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 21 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 22 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 23 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 24 - Open vraag

Welk ambacht hoort bij deze foto?

Slide 25 - Open vraag

Een bakker is een ...
A
ambachtsman
B
handelaar
C
koopman
D
boer

Slide 26 - Quizvraag

Noem 2 dingen die anders zijn tussen een stad in de middeleeuwen en een stad nu.

Slide 27 - Woordweb