Romeinen_begrippen_test

Romeinen_begrippen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Romeinen_begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Bevolkingspiramide
Proletarier
Plebejer
Patriciër
Tot slaaf gemaakten
Senator
Consul
Keizer
Hebben iets bezit, niet veel
Hebben veel bezit
Hebben geen bezit
Zijn bezit
Belangrijkste baantjes

Slide 2 - Sleepvraag

Autocratie
Republiek
Koning
bestuur 1 persoon
Keizer
bestuur enkele personen
Rijke families aan de macht
Land zonder koning of keizer
Dictator
Senaat
Senator
Consul

Slide 3 - Sleepvraag

Romeins Koninkrijk
Romeinse Republiek
Romeins Keizerrijk
Zowel Romeinse Republiek als Romeins Keizerrijk
koning
keizer
Romulus
Julius Caesar
Augustus
Autocratie
Consul
Senaat
Senaat belangrijkste bestuur
Senaat niet belangrijk meer bestuur

Slide 4 - Sleepvraag

Romeins Koninkrijk
Romeinse Republiek
Romeins Keizerrijk
koning
keizer
Romulus
Julius Caesar
Augustus
Autocratie
Senaat belangrijkste bestuur
Senaat niet belangrijk meer bestuur
Monarch
Constantijn
Jezus
Christendom
Punische oorlogen

Slide 5 - Sleepvraag

De Pax Romana betekent Romeinse Vrede. Wanneer start die?
A
Bij stichting Romeins koninkrijk
B
Bij stichting Romeinse Republiek
C
Bij verovering Gallië door Julius Caesar
D
Bij stichting van het Romeinse Keizerrijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is Romaniseren?
A
Een reis naar Rome maken
B
Romeinse cultuur en gebruiken overnemen
C
Overheerst worden door Romeinen
D
Romeinen in de pakken hakken

Slide 7 - Quizvraag

Wie was de eerste Romeinse Keizer
A
Romulus
B
Julius Caesar
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 8 - Quizvraag

Wat is 'Mare Nostrum'
A
Olijfboom
B
Zegening van de keizer
C
De Middellandse Zee voor de Punische oorlogen
D
De Middellandse Zee na de Punische oorlogen

Slide 9 - Quizvraag

Wie bestuurt ten tijde van Romulus?
A
De Senaat
B
De Consul
C
De koning
D
De Keizer

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste baan in de Romeinse Republiek?
A
De Senaat
B
De Consul
C
De koning
D
De Keizer

Slide 11 - Quizvraag

Sinds welke keizer worden Christenen niet meer vervolgd?
A
Augustus
B
Theodosius
C
Constantijn
D
Nero

Slide 12 - Quizvraag

Het West-Romeinse Rijk komt ten val in 476 n.C. Waardoor?
A
Invallende stammen uit het oosten
B
De Grote Volksverhuizing
C
Romeinen drinken te veel wijn en uit loden bekers/caraffen
D
Romeinen zijn te lui geworden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een proletarier?
A
Romein zonder bezit
B
Romein met iets bezit
C
Romein met veel bezit
D
Romein die geen vlees eet

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de Punische oorlogen?
A
Oorlogen tussen Rome en Egypte
B
Oorlogen tussen Rome en Athene
C
Oorlogen tussen Rome en Carthago
D
Oorlogen tussen Rome en Constaninopel

Slide 15 - Quizvraag

Wat valt niet onder een Plebejer?
A
soldaat
B
koopman
C
boer
D
winkelier

Slide 16 - Quizvraag

Monotheisme
Polytheisme
Jodendom
Egyptische godsdienst
Islam
Hindoeïsme
Griekse godsdienst
Romeinse staatsgodsdienst na keizer Theodosius
Geloven in een god
Geloven in meerdere goden
Christendom

Slide 17 - Sleepvraag

Wie hebben de beste baantjes?
A
Tot slaaf gemaakten
B
Plebejers
C
Proletariers
D
Patriciërs

Slide 18 - Quizvraag

Een oorzaak is een reden waarom iets gebeurt. Een gevolg is het latere effect van een gebeurtenis of ontwikkeling. Er wordt verschil gemaakt in belangrijk en minder belangrijke oorzaken/gevolgen
oorzaken
gevolgen
Octavianus volgt Julius Caesar op
 Julius Caesar kreeg te veel macht volgens de senaat
 Julius Caesar was heel populair bij zijn soldaten en het volk van Rome
 Het Romeinse Rijk kreeg een keizer
Er kwam een bloedige burgeroorlog over de opvolging van Julius Caesar
 Julius Caesar had heel Gallië veroverd

Slide 19 - Sleepvraag

belangrijk gevolg

Slide 20 - Sleepvraag

belangrijk gevolg
mnder belangrijk gevolg
De overwonnen volken werden tot slaaf gemaakt
De overwinnende Romeinen handelden met de overwonnen volken
Meer mensen gingen een heel klein beetje Latijn spreken

Slide 21 - Sleepvraag