12.4 Je lijkt op (deel 1)

12.4 Je lijkt op...
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

12.4 Je lijkt op...

Slide 1 - Tekstslide

Doelen

  • Wat zijn chromosomen?
  • Hoeveel chromosomen hebben mensen?
  • Wat zijn geslachtschromosomen? Welke hebben vrouwen en welke hebben mannen?
  • Waarom lijk je op je ouders? 

Slide 2 - Tekstslide

Bouwbeschrijving
Chromosomen:  bestaat voor groot deel uit DNA, hierin zit alle informatie bv welke kleur haar, ogen enz.

Chromosomen(zitten in elke cel van een mens)


Slide 3 - Tekstslide

meisje/jongen
• 46 chromosomen 
 • 22 paar chromosomen even lang 
• 23e paar chromosomen zijn niet even lang(geslachtschromosomen) 
• grote chromosoom X 
• kleine chromosoom Y 
• XX= meisje 
• XY= Jongen

Slide 4 - Tekstslide

Chromosomen
Lichaamscellen hebben 23 paar chromosomen = 46 totaal
Geslachtscellen hebben 23 chromosomen:
Vrouw(eicel): 22 gewone chromosomen en 1 'x- chromosoom'
Man(zaadcel):22 gewone chromosomen en 1 'x  chromosoom'  of  1 'y-chromosoom'. 
-samensmelting eicel en zaadcel: 1 x + 1 y = jongen
                                                                         1 x + 1 x = meisje

Slide 5 - Tekstslide

Op je ouders lijken??
De helft van de chromosomen van de vader en de helft van de chromosomen van de moeder


Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
(broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen)

Slide 6 - Tekstslide

ontstaan jongen/meisje

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een eicel en een zaadcel
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 9 - Quizvraag

Voor welk geslacht staat XX
A
Meisje
B
Jongen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heten de chromosomen die bepalen of je jongen/meisje bent.

Slide 11 - Open vraag

Huiswerk 
12.4 
maak opdr. 1 t/m 10




Slide 12 - Tekstslide

3

Slide 13 - Video

03:00
Wat is de definitie van een gen?
A
Een gen is een synoniem voor het genoom
B
Een gen is een wenteltrap met lange DNA-moleculen
C
Een gen is je uiterlijk
D
Een gen is een deel van het DNA met het recept voor 1 eiwit

Slide 14 - Quizvraag

05:53
Herhalingsvraag 3: Wat hoort bij een vrouw?
A
22 chromosoomparen, waaronder een X en Y-chromosoom
B
23 chromosoomparen, waaronder een X en Y-chromosoom
C
22 chromosoomparen, waaronder twee X-chromosomen
D
23 chromosoomparen, waaronder twee X-chromosomen

Slide 15 - Quizvraag

05:53
Herhalingsvraag 2: Hoeveel chromosomen heeft een zaadcel?
A
46
B
44
C
23
D
22

Slide 16 - Quizvraag

Planning
  • PO afmaken (20 min)
  • Klaar? 12.4: opdr. 15 t/m 27 maken

  • Kahoot voortplanting

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Lees blz. 180 t/m 182 van je hoofdboek en maak opdr. 15 t/m 27 (12.4) in je werkboek (blz. 80) 


5 min in stilte
daarna 10 min overleggen 

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide