GGZ blok 3 ( paars ) week 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Even voorstellen.. Vertel iets 'geks' over jezelf!?

Wat weet je nog van de vorige les?

Classificeren en beoordelen van afwijkend gedrag...

Afwijkend gedrag of niet??

Iemand kan zelf vinden dat er iets vreemds met hem aan de hand is of met hem gebeurt. Het kunnen mensen in de directe omgeving zijn die vinden dat iemand gedrag afwijkend is. Bij de broer van Melvin (casus 1) was dit ook het geval. 

Anderen zagen in eerste instantie dat hij zich anders gedroeg dan “normaal”. Maar is er wel echt sprake van afwijkend gedrag? En hoe noem je dat afwijkende gedrag? Niet al het gedrag dat afwijkt is meteen een symptoom van een psychiatrische stoornis. Om dit vast te kunnen stellen moet het afwijkende gedrag eerst aan bepaalde criteria voldoen. Deze criteria zijn verzameld en geordend in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders (DSM 5).  Een huisarts (en zijn praktijkondersteuner POH) of de psychiater zijn uiteindelijk de disciplines (beroep of vak) die tot een medische diagnose of klinisch oordeel komen. 

Het gesprek met zorgvrager Piet verloopt moeizaam. Hij reageert erg t raag en lijkt lang te moeten nadenken voor hij antwoord. Hij zegt; “het lijkt net of mijn denken wordt afgeremd”.

1. stoornis in het denken
2. stoornis in het verloop van het denken
3. stoornis in het willen en verlangen
4. toestand van algemene remming

Een zorgvrager zegt dat hij voortdurend stemmen hoort die hem zeggen dat hij zichzelf pijn moet doen en beschadigen.

1. automutilatie
2. hallucinatie
3. incoherentie in het denken
4. schuld- en zondewaan

Wat wordt bedoeld met ‘psychische functies’?

1. algemene psychische processen, zoals denken en waarnemen
2. het totaal aan menselijke gedragingen, emoties en gedachten
3. pathologische verschijnselen die voortkomen uit de menselijke geest
4. psychische processen waarop de mens invloed kan uitoefenen

01:05

Welke psychische functie is verstoord?

1. Bewustzijn
2. Zelfbeleving
3. Waarneming
4. denken

Waarnemen- zintuigen=

horen: akoestische hallucinaties;

03:32

Op welk gebied ondervind de Zorgvrager het meest last

1. Lichamelijk
2. Sociaal
3. Psychisch

Iemand die stemmen hoort, ondervind problemen op elk gebied. 

Lichamelijk; oververmoeid bijv.

Sociaal: komt de deur niet meer uit

Psychisch: onzeker, angstig etc

05:13

Wat gebeurd er met 'proefpersoon'?

Individueel Lezen..

Lees de theorie uit GGZ-deel 1

Thema 5:  blz 74 t/m 85

In de relatie tussen verpleegkundige en zorgvrager speelt het aspect machtsverschil en gelijkwaardigheid een belangrijke rol.
Welke van de volgende uitspraken zijn juist met betrekking tot dit aspect?

1. Afdelingsregels bevorderen de onafhankelijkheid van de zorgvrager, omdat ze duidelijkheid en structuur geven.
2. Als verpleegkundige bewust reflecteren op je handelen, draagt positief bij aan het voorkomen van ongelijkwaardigheid in de hulpverleningsrelatie
3. Als de zorgvrager behoefte heeft aan zorg van de verpleegkundige en de verpleegkundige kan over het geven ervan beslissen, dan is er sprake van ongelijkwaardigheid
4. Als verpleegkundige ben je niet afhankelijk van de zorgvrager wanneer je hem zorg wilt geven

De basis voor een goede professionele relatie wordt gevormd door veiligheid en...

1. Vertrouwen
2. Genegenheid

Casus mw. Joziasse

Maak met je leerteam de opdrachten 2 behorende bij de casus.

Logboek

7)    Individueel start je, met het aanleggen van een logboek (digitaal op intranet), waarin je ontwikkelingen voor jezelf kunt bijhouden. Belangrijk is, dat het inzichtelijk is voor jezelf en de docent. Aan het eind van deze periode lever je het logboek in ter beoordeling.

Opdracht DSM

3)    Wat is de DSM 5? En waarom zijn er meerdere edities?

4)    Verdiep je met je leerteamgenoten in de verschillen tussen DSM IV en DSM 5. 

Zoek 3 verschillen. 

Beschrijf ook voor en nadelen van de DSM 5

Huiswerk

1. Opdracht over DSM (per leerteam uploaden bestanden in je leerteamkanaal)
2. Kijken film 'De gelukkige huisvrouw'
3. Lezen theorie 117 tm 123