H2 rekenen

H2 rekenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan de enkelvoudige rente berekenen
Ik kan de samengestelde rente berekenen
Ik kan de reële rente berekenen 
Ik kan de kredietkosten berekenen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de enkelvoudige rente berekenen
Ik kan de samengestelde rente berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige rente
Bij enkelvoudige rente wordt er alleen rente berekend over het oorspronkelijke bedrag.

Je hoeft het rentebedrag slechts één keer uit te rekenen. Vervolgens kun je het rentebedrag vermenigvuldigen met het aantal jaar. 

Dit is het geval bij een spaardeposito. 

Slide 4 - Tekstslide

Leg aan de leerlingen uit wat enkelvoudige rente is en hoe je het kunt berekenen.
Je zet €1.500 op een spaardeposito met 2,5% enkelvoudige rente. Hoeveel rente ontvang je na 3 jaar. Schrijf je berekening op!

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde rente
Bij samengestelde rente wordt de rente na elk jaar bijgeschreven en opgeteld bij het spaartegoed. 

In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus de bijgeschreven rente ("rente op rente"). 

Dit is het geval bij de meeste spaarrekeningen (maar niet bij een spaardeposito). 

Slide 6 - Tekstslide

Leg aan de leerlingen uit wat enkelvoudige rente is en hoe je het kunt berekenen.
Samengestelde rente
Spaartegoed: €5.000  samengestelde rente 1,8%

Jaar 1: € 5.000 : 100 x 1,8 = €90

Jaar 2: €5.000 + €90 = €5.090
               €5.090 : 100 x 1,8 = €91,62

Jaar 3: €5.090 + €91,62 = €5.181,62
               €5.181,62 : 100 x 1,8 = €93,27
 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde rente
Spaartegoed: €5.000  samengestelde rente 1,8%

Jaar 1: € 5.000 : 100 x 1,8 = €90

Jaar 2: €5.000 + €90 = €5.090
               €5.090 : 100 x 1,8 = €91,62

Jaar 3: €5.090 + €91,62 = €5.181,62
               €5.181,62 : 100 x 1,8 = €93,27
 
Wat is je spaartegoed na 3 jaar?
€5.181,62 + €93,27 = €5.274,89

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde rente
Spaartegoed: €5.000  samengestelde rente 1,8%

Jaar 1: € 5.000 : 100 x 1,8 = €90

Jaar 2: €5.000 + €90 = €5.090
               €5.090 : 100 x 1,8 = €91,62

Jaar 3: €5.090 + €91,62 = €5.181,62
               €5.181,62 : 100 x 1,8 = €93,27
 
Hoeveel rente heb je ontvangen na 3 jaar?
€90 + €91,62 + €93,27 =€274,89

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaartegoed = € 20.000
Rentepercentage = 3,5 %
Bereken het spaartegoed na 3 jaar op basis van samengestelde rente.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rente 
Enkelvoudige rente
Bij enkelvoudige rente
krijg je altijd rente over
hetzelfde vaste bedrag
van je spaarrekening.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de reële rente berekenen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reële rente
  • De reële rente geeft aan met hoeveel procent geld meer of minder waard is geworden. 
  • Bij de reële rente is er rekening gehouden met de inflatie.
     
De reële rente reken je uit door:
nominale rente - inflatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de kredietkosten berekenen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de reële rente in 2017
A
1,1%
B
1,7%
C
-0,5%
D
0,5%

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kredietkosten
Hoe bereken je de kredietkosten:
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening = kredietkosten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga 25.000 lenen en in 60 maanden terugbetalen.
Bereken de kredietkosten.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies