Als het Franse voorzetsel de (= van) in een zin wordt gevolgd door le of les dan wordt het samengevoegd tot één woord.
de + le → du C’est l’entrée du collège. Het is de ingang van de school.
de + les → des C’est le chien des voisins Het is de hond van de buren.
Als de wordt gevolgd door la of l’ dan blijft het de la of de l’.
de + la = de la C’est la robe de la fille. Het is de jurk van het meisje.
de + l’ = de l’ C’est le jeu de l’enfant. Het is het spel van het kind.
Of je du, de la, de l’of des gebruikt, ligt dus aan het woord dat erachterkomt. Is het mannelijk of vrouwelijk, in het enkelvoud of in het meervoud?