Toepassingstaak 2 week 48

Het verpleegplan/zorgplan
B1-K1-W3 Stelt een verpleeg/zorgplan op
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het verpleegplan/zorgplan
B1-K1-W3 Stelt een verpleeg/zorgplan op

Slide 1 - Tekstslide

Methodisch werken
Methodisch werken = een bewuste, systematische aanpak die zes stappen omvat: 
In het zorgproces kan je volgende zes stappen onderscheiden:
   

Slide 2 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 3 - Sleepvraag

Methodisch werken
     1. Verzamelen van informatie 
     2. Formuleren van zorgproblemen (rekening houdend behoeften &wensen)
     3. Bepalen van doelen
     4. Actie plannen
     5. Uitvoeren van de activiteiten + observeren
     6. Evalueren + rapporteren

Slide 4 - Tekstslide


Cyclisch werken – Systematisch werken

Slide 5 - Tekstslide

4 leefdomeinen

Slide 6 - Tekstslide

Welke patronen van Gordon kennen jullie?

Slide 7 - Open vraag

De gezondheidspatronen van Gordon
01. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding
02. Voeding/stofwisselingspatroon
03. Uitscheidingspatroon
04. Activiteitenpatroon
05. Slaap/rustpatroon
06. Cognitiepatroon
07. Zelfbelevingspatroon  
08. Rollen/relatiespatroon
09. Seksualiteit/voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden/overtuigingenpatroon


Slide 8 - Tekstslide

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens bij Gordon?

Slide 9 - Tekstslide

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 10 - Quizvraag

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat de P in PES voor?
A
Verpleegproblemen als uitgangspunt voor de zorg.
B
Etiologie omvat de oorzakelijke factoren
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Tommie eet elke dag witbrood, patat en drinkt drinkt dagelijks cola. Hij heeft één keer in de week ontlasting. Hij heeft een vervelend vervelend gevoel in zijn buik. Hij zou meer vezels, groente en water moeten nemen. Welke zin hoort bij de letter E van de afkorting PES?
A
Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik
B
Hij heeft één keer in de week ontlasting
C
Hij eet dagelijks witbrood, patat en cola
D
Meer groente, vezels en water moeten drinken

Slide 13 - Quizvraag

TIP bij formuleren van de PES
Stap 1: S ->Welke symptomen zie je
Stap 2: P ->Wat is het (verpleeg)probleem of welke probleem ontstaat?
Stap 3: E ->Wat is de oorzaak?

Slide 14 - Tekstslide

Maken PES:
Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te
lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 15 - Open vraag

Welk hulpmiddel gebruik je om een zorgdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide