Unit 4 lesson 1 -3
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
'Going to' gebruik je
A
Wanneer je iets spontaans doet
B
Wanneer je iets gepland hebt
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gebruik going to:
We...........................(going to)visit London.
We...........................(going to)visit London.
A
We are gonna visit London
B
We will visit London.
C
We are going to visit London.
D
We are go to visit London.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
.... make coffee for me later?
A
Are you going to
B
You are going to
C
Is you going to
D
Are going to you
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
We ...... see my grandparents next weekend.
A
am going to
B
are going to
C
is going to
D
go to
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
.... you .... leave the country later tonight?
A
Am ... going to
B
Are ... going to
C
Is ... going to
D
Do ... going to
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Video
32 min.
