Les 14 zoogdieren en voedelkeuze

Les 14 zoogdieren en voedelkeuze
Doelen
  •  Je moet bij zoogdieren het verband kunnen aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het dramkanaal en de kenmerken van het gebit
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 14 zoogdieren en voedelkeuze
Doelen
  •  Je moet bij zoogdieren het verband kunnen aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het dramkanaal en de kenmerken van het gebit

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de verschillen qua gebit tussen een tijger en een olifant?

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn de verschillen qua darmen tussen een koe en een hazewindhond?

Slide 3 - Open vraag

Opdracht
  • Vul de tabel in
  • Knippen en plakken
  • Knip de plaatjes uit van het knipblad bij B7
  • Plak de plaatjes in het juiste vakje (planteneter, alleseten en vleeseter)

Slide 4 - Tekstslide

Planteneter
  • Darmkanaal is in verhouding tot de lichaamslengte lang
  • Kiezen zijn plooikiezen -> fijnmalen plantaardig voedsel
  • Hoektanden ontbreken

Slide 5 - Tekstslide

Vleeseters
  • Darmkanaal  in verhouding tot de lichaamslengte kort
  • Kiezen zijn knipkiezen -> vlees in kleine stukjes 'knippen'
  • Hoektanden spits en scherp

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Alleseters
  • Darmkanaal in  in verhouding tot de lichaamslengte middellang
  • Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
  • Hoektanden altijd aanwezig

Slide 8 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 9 - Open vraag

Welke vraag heb jij nog n.a.v. deze les?

Slide 10 - Open vraag