= het stellen van vragen die voor meer verdieping zorgen
Open vragen: Hier kan iemand een eigen invulling geven aan het antwoord, zoals:
Persoon 1: "het gaat niet zo goed met mij"
Persoon 2: "oh? Wat is er aan de hand dan?"
Gesloten vragen: Hier kun je met één woord antwoord op geven, zoals:
Persoon 1: Moet je morgen om 8 uur naar school gaan?
Persoon 2: Ja