zakelijke brief (1/2)

jaar 3 bouw en infra
voorbereiding op Instellingsexamen Nederlands 
Je hebt nodig: Boek B van Nu Nederlands 
(pak deze er alvast bij)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

jaar 3 bouw en infra
voorbereiding op Instellingsexamen Nederlands 
Je hebt nodig: Boek B van Nu Nederlands 
(pak deze er alvast bij)

Slide 1 - Tekstslide

IE: wat hebben we al gedaan?
spreken - ik ben nu druk aan het beoordelen, je krijgt feedback in cum laude
gesprekken voeren - helaas niet gedaan, maar je hebt wel kennis van de theorie 

Slide 2 - Tekstslide

Laatste onderdeel IE : schrijven
Het examenonderdeel schrijven bestaat uit:
- schrijf een zakelijke brief
- schrijf een betoog

120 minuten de tijd. 
dyslecten met pasje 150. 

Slide 3 - Tekstslide

Onderdeel 1: zakelijke brief 
bestudeer de theorie in boek B op blz. 126
Bekijk het voorbeeld van een goede brief op blz. 127
Geef vervolgens antwoord op de volgende vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Bovenaan de brief staan de gegevens van de ontvanger
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Plaatsnamen schrijf je in hoofdletters (Capslock)
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

De datum in de brief
A
mag je afkorten
B
schrijf je alleen met cijfers
C
schrijf je voluit in letters
D
schrijf je als combinatie van cijfers en letters

Slide 7 - Quizvraag

Na betreft: volgt
A
een kleine letter
B
een hoofdletter
C
een cijfer

Slide 8 - Quizvraag

Als ik niet zeker weet wie mijn brief gaat lezen, kies ik als aanhef:
A
Hoi,
B
Beste,
C
Geachte mevrouw/meneer,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 9 - Quizvraag

In de inleiding van mijn brief:
A
val ik met de deur in huis
B
stel ik mezelf voor
C
geef ik de aanleiding van het schrijven

Slide 10 - Quizvraag

Ieder nieuwe deelonderwerp in de kern begint met een nieuwe alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In het slot:
A
geef ik aan wat de lezer van mij kan verwachten
B
geef ik aan wat ik van de lezer verwacht
C
allebei

Slide 12 - Quizvraag

Als ik geen bijlagen heb
A
schrijf ik die onderaan ook niet op
B
noteer ik onderaan bijlagen: geen.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe goed heb je opgelet? 
Sleep de onderdelen van de brief in de goede volgorde van boven naar beneden. 
aanhef
afzender
geadresseerde
bijlagen
plaats, datum
betreft: 
inleiding
afsluiting
middenstuk
ondertekening
slot

Slide 14 - Sleepvraag

Mooi! Je kunt aan de slag! 

Lees de exemopdracht op blz. 130
Bedenk goed:
Wie schrijft de brief? (privé of als werknemer?)
Aan wie schrijf je die brief? 
Wat is je doel? 
Hoe bouw je de brief op? (inleiding, kern, slot)
Wat is de correct opmaak?
etc. 

Slide 15 - Tekstslide

Klaar? 
Lever je brief in op cum laude bij de inleveropdracht ZAKELIJKE BRIEF 1 

Ik bekijk je brief en beoordeel deze. Wil je weten waar ik op let? Zie beoordelingsformulier in cum laude. 

Slide 16 - Tekstslide