Ethiek in de zorg

Ethiek in de zorg
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ethiek in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat verstaan jullie onder ethiek?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek = kritisch nadenken over wat het goede om te doen is

Ethisch handelen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dilemma is een keuze waarbij alle opties op  het eerste gezicht lastig zijn, maar toch moet je kiezen
(visie, wetgeving, persoonlijke opvatting)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meningen over wat goede zorg is, lopen weleens uiteen. Vaak moet je balanceren tussen de waarden van de cliënt, de mantelzorgers en het beleid van je organisatie.
Dat levert soms ethische dilemma’s op.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsethiek
Verpleegkundigen en verzorgende hebben hun beroepsethiek vastgelegd in de ICN; hierin wordt de rol van de verzorgende beschreven ten opzichte van de medemens, de beroepsuitoefening, de maatschappij, de samenwerking met anderen, het beroep

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

https://www.venvn.nl/media/042ooa1u/de-nationale-beroepscode-voor-verpleegkundigen-en-verzorgenden.pdf

belangen wegen van:
  • de zorgvrager
  • jou als zorgverlener
  • de familie
  • de collega's
  • medebewoners
  • de organisatie en eventueel ander betrokkenen 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moreel dilemma
Bij een moreel (of ethisch) dilemma is altijd sprake van een botsing van verschillende waarden. Daarom kent zo’n dilemma geen ‘juiste’ oplossing: wat je ook doet, je zult altijd een of meer waarden schenden. Maar dat er geen juiste oplossing is, wil niet zeggen dat er geen gesprek over mogelijk is, of dat er geen ‘betere’ en ‘slechtere’ oplossingen zijn.

Een stappenplan biedt handvatten om het dilemma uit te pluizen en de argumenten te ordenen en af te wegen. 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 1
Afwijken van het protocol, mag dat?
Iemand met slikproblemen wil genieten van het eten en dus het liefst klein gesneden voedsel. Maar de kno-arts adviseert gemalen voedsel. Volg je het doktersadvies op, of kom je tegemoet aan de wens van de cliënt? Wat zou jij doen? Waarom kies je voor deze aanpak?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden jullie van deze situatie? Wat zou je doen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij als begeleider doen in deze situatie? Kies een handelingsoptie:
1
A
B
C
D

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je als begeleider doen in deze situatie?
A
Ik volg de wens van Karin en haar ouders en geef Karin klein gesneden voedsel. Ze weten wat de risico’s zijn en mogen zelf beslissen.
B
Ik volg het advies op van de kno-arts. Wel bespreek ik het verzoek met Karin en haar ouders, wijs hen op de risico’s en probeer ze ervan te overtuigen dat dit het beste is.
C
Ik bespreek het verzoek met Karin en haar ouders en wijs hen nogmaals op de risico’s. Blijven ze bij hun keuze dan volg ik die en krijgt Karin voortaan klein gesneden voedsel. Ik kan mijn beslissing verantwoorden.
D
Ik bespreek de situatie met mijn collega’s. We bekijken de situatie van alle kanten en wegen af. De uitkomst van dit overleg is doorslaggevend en kan betekenen: vasthouden aan het advies van de arts, een compromis vinden met alle betrokkenen of de wens van Karin en haar ouders volgen.

Slide 14 - Quizvraag

Reflecteer op je keuze
Heb je optie 2 gekozen? Wat was daarvoor de reden?

    Je wilt niet op je geweten hebben dat Karin stikt door niet-gemalen voedsel tijdens jouw dienst.
    De kno-arts is de deskundige. Zijn oordeel is beslissend. Je legt dit uit aan Karin en haar ouders en zij zullen zich daarbij neer moeten leggen.
    Anders, namelijk…

Ging je voor optie 4? Wat was dan de reden?

    Je voelt je onzeker en weet echt niet wat goed is om doen: moet je voor Karin en haar ouders de beslissing nemen om haar te beschermen tegen de risico’s of mogen Karin en haar ouders zelf bepalen wat ze willen met alle risico’s van dien?
    Je vindt het belangrijk dat je vanuit een gedeelde visie aan Karin en haar ouders kunt uitleggen hoe jullie als team tot dit voorstel zijn gekomen.
    Je voelt je gesteund en steviger in je schoenen staan als collega’s je besluit mee ondersteunen.
    Anders, namelijk…

Situatie gebaseerd op waargebeurd verhaal
Ik (Lia) heb Karin gekend. Ik werkte als verzorgende vers gediplomeerd , in de zorginstelling waar Karin woonde. Inmiddels al 27 jaar geleden. Het is net na de jaarwisseling en er zijn nog oliebollen. Mijn collega’s en ik warmen ze op en presenteren ze bij de koffie aan de cliënten in onze unit. Karin is dol op lekker eten en wil natuurlijk ook een oliebol. We weten dat ze niet goed kauwt, moeite heeft met slikken en soms ook erg kan schrokken. Dus we snijden de oliebol in kleine stukjes zodat zij die rustig één voor één kan opeten. Ik draai me om en rij de koffiekar aan de kant. Nog geen twee tellen later hoor ik een mede cliënt roepen: ‘Karin wordt niet goed!!!’. We staan gelijk met drie collega’s om haar heen. Karin heeft alle stukjes oliebol in één keer in haar mond gestopt en krijgt geen lucht meer. En wat we ook proberen… we krijgen de luchtweg niet meer vrij. De ambulance is snel ter plaatse, maar ook het ambulancepersoneel kan niets meer doen. Karin is overleden.




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie gebaseerd op waargebeurd verhaal


Ik moet haar ouders bellen. Met lood in mijn schoenen. Hoe ga ik dit vertellen? Ik krijg de moeder van Karin aan de lijn en vertel het slechte nieuws. Het blijft een tijdje stil aan de andere kant van de lijn. En dan zegt ze: “Ja we wisten dat dit een keer kon gebeuren. We hebben het er daar zo vaak over gehad met elkaar. Maar dit is toch wat Karin wilde en waar we allemaal achter stonden. Liever stikken dan de rest van haar leven aan het gemalen eten. We gaan haar missen. Maar het is goed zo.” Ik voel opluchting: gelukkig ze zijn niet boos. Maar sta op dat moment zelf nog teveel in de ‘regelmodus’ om de echte waarde van deze reactie te ervaren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die avond 27 jaar geleden is mij altijd bijgebleven. Aanvankelijk voelde ik me vreselijk schuldig dat dit in mijn dienst was gebeurd. Had ik maar beter opgelet. Was ik maar naast Karin gaan zitten. Had ik maar niet alle stukjes tegelijk op het bordje gelegd. Had ik maar helemaal geen oliebol gegeven… De schrik slaat me nog steeds om het hart als iemand zich verslikt. Maar dat schuldgevoel is wel gesleten. Kwaliteit van zorg is niet hetzelfde als altijd het protocol volgen en alle risico’s uitsluiten. Soms moet je afwijken. Kwaliteit van zorg is wel: argumenten, alternatieven en risico’s op een rijtje zetten zodat alle betrokkenen samen een weloverwogen beslissing kunnen nemen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 2
Mag een vader in een zorginstelling het haar van zijn verstandelijk beperkte zoon knippen zoals hij thuis gewend was, namelijk vastgebonden aan een stoel? Wat zou jij doen? En waarom kies je voor deze aanpak?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek in groepjes
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/gehandicaptensector/media/documents/Thema's/Eigen%20regie/dilemma-1-vrijheidsbeperking.pdf

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
B
C
D

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je doen?
A
Ik zet de monitoring toch in om Bert een veiliger gevoel te geven. De monitoring is maar een beperkte inbreuk op de privacy omdat er geen camerabeelden zijn. Na een tijdje evalueren we hoe het gaat.
B
Ik doe niets, monitoren is een inbreuk op haar privacy. Mevrouw Jansen geeft duidelijk aan dat zij de monitoring niet nodig vindt.
C
Ik probeer mevrouw Jansen ervan te overtuigen dat de monitoring Bert geruststelt en dat zij er geen last van heeft.
D
Ik bespreek met Bert en mevrouw Jansen wat eventuele andere oplossingen zijn. Bijvoorbeeld een alarmknop.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juridische normen
Juridische wetten waar een zorgverlener zich aan moet houden
Wet BIG,
 de WGBO,
 de Wet zorg en dwang
en de Wvggz

Slide 25 - Tekstslide

Ethiek en recht zijn met elkaar verbonden. Ethische afwegingen maak je zelf iedere dag. In wet- en regelgeving ligt een moraal vast waar veel mensen achter staan. Wetten en regels aanpassen gebeurt meestal na een ethische discussie. Als je afweegt hoe je een juridische regel interpreteert of zou moeten aanpassen, dan ben je met ethiek bezig. 
Ethische dilemma's vanuit de praktijk

Slide 26 - Open vraag

https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/welbevinden-levensvragen/routeplanner-dilemma-s-zorg.pdf

Slide 27 - Tekstslide

https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/welbevinden-levensvragen/routeplanner-dilemma-s-zorg.pdf


Geschiedenis

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis zorg
  • alle zieke mensen – of ze nu oud of jong waren, of lichamelijk of geestelijk ziek – opgevangen in gasthuizen
  • Eind 19e eeuw Florence Nightingale: verplegen een beroep
  • De thuiszorg begon eind 19e eeuw met het kruiswerk.
  • Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de wijkverpleging.
  • Het verzorgingshuis begon als rusthuis, rond 1965

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

500 tot 1500 na Christus
Aan het begin hiervan dacht men dat een handicap de boosheid van een god was, aan iemand met een handicap werd geen aandacht besteed en een snelle dood volgde. Bij lichte handicaps vonden mensen je een ‘dorpsgek’. Rond 1450 ontstonden dolhuizen, waar mensen met een handicap werden opgeborgen en aan het werk gezet.

Diezelfde middeleeuwen! Eerst door God gezegend en later door diezelfde kerk bezeten door de duivel.
Doding door o.a. mensen in kokende olie te gooien

Slide 32 - Tekstslide

17e eeuw: Opname was verplicht voor iedereen die zich buiten de maatschappelijke normen plaatsten, om wat voor reden (armoede, ziekte) dan ook. "Behandeling" bestond uit een strikt levensritme en het verrichten van dwangarbeid.

De vervolging, verbanning, foltering en verbranding van geesteszieken duurde voort tot de helft van de 18e eeuw

Itard had als voorbeeld de wolvenkinderen.
Opgegroeid tussen de wolven en ze gedroegen zich als wolven. De wilde van Aveyron.

1841: krankzinnigen zijn alle personen met lichamelijke en verstandelijke stoornis.

1900 onderscheid tussen krankzinnigheid en zwakzinnigheid: idioten, imbecielen en debielen

1900: veel inrichtingen in Nederland
2e Wereld Oorlog: Hitler!

Visie: verstandelijk gehandicapten voldoen niet aan het ideaal mensbeeld
Zijn economisch niet rendabel en tot last van maatschappij

Handelen: Ausradieren!

Slide 33 - Tekstslide

Alle mensen die in instellingen woonden gingen de gaskamers in.

Slide 34 - Tekstslide

Medisch model: frisse lucht, goede voeding, medicijnen, toezicht door verpleegkundige
Jaren 50: Lange gangen met grote slaapzalen. Iedereen hele dag op bed. Ouders leverde als het ware hun kind af bij de poorten van de instelling en mochten daar niet meer naar toe. Instellingen lagen ook altijd diep in de bossen, ver weggestoken van de bewoonde wereld.

1954 Term ‘Loesje’ , gebruikt om geld in te zamelen voor huisvestigingsmogelijkheden voor mensen met lichamelijke beperking.
1962 landelijke geldinzamelingsactie voor het dorp: mensen met lichamelijke beperking zelfstandig wonen in aangepaste omgeving

Jaren 80: van aanbodgestuurde zorg naar vraaggestuurde zorg.
Begin 21e eeuw: wet BOPZ vervangen door Wet zorg en Dwang.

Jaren 60: We gaan “opvoeden”. Alles is gericht op de tekorten van mensen.
Iemand die niet zindelijk is, gaan we zindelijk maken etc. Of dat reeel is wordt uit het oog verloren.

Dennendal: Dennendal kwam in 1974 in het nieuws nadat er een ongeluk was gebeurd. Vervolgens bleek dat de verzorgers en begeleiders in Dennendal de bewoners veel meer vrijheid toestonden dan gebruikelijk was in die tijd. Vooral de media van rechtse signatuur zagen in het incident aanleiding om de noodklok te luiden en het beleid in Dennendal ter discussie te stellen. Dat leidde tot een publiek conflict. Het personeel weigerde toe te geven en tussenkomst van de politie was nodig om het gezag in de instelling te herstellen. Uiteindelijk werd directeur Carel Muller ontslagen en op 18 januari 1974 door de politie uit het pand weggevoerd. De bewoners werden (tijdelijk) overgeplaatst naar andere instellingen.

Jolanda Venema (1988)

Slide 35 - Tekstslide

https://anderetijden.nl/aflevering/295/Jolanda-Venema

“Want men ging ervan uit dat dit gedrag niet af te leren was. Haal je de boel van de muur, dan hangen we het niet meer op, want zo wil jij het. Daarmee wordt het steeds leger en kaler om je heen.” Jos Roosendaal vertelt dat de kale leefruimtes onderdeel waren van de behandeling: “De gedachte toen was dat door het gebruik van prikkelarme ruimtes, je minder interacties van buiten krijgt waar mensen op moeten reageren en daardoor minder snel agressief of boos worden.”

Maar door haar gedrag te accepteren, wordt Jolanda alleen maar lastiger. “Als jij als zwakzinnige niet de woorden kunt vinden voor wat je kwijt wilt, dan word je niet begrepen. Dan word je boos en agressief”, zegt Tiny Venema. Om het voor de groepsleiding werkbaar te houden, wordt ze daarom steeds vaker vastgebonden aan de ‘Zweedse band’ , een soort autogordel om haar middel die via een lijn vastzit aan de muur. Ze begint dan ook haar kleding kapot te scheuren, soms tientallen keren per dag. De begeleiders worden er zo wanhopig van dat ze haar steeds vaker naakt laten.

Eén van de belangrijkste gevolgen van de Jolanda Venema-affaire, is de komst van de zogeheten consulententeams. De eerste wordt bij Jolanda ingezet. Het zijn teams van externe deskundigen met extra budget, die helpen bij het uitstippelen van een passende behandeling van patiënten als een inrichting het niet meer weet. Dat daaraan grote behoefte is blijkt in 1990 uit een onderzoek onder alle instellingen naar aanleiding van de publiciteit rond Jolanda: Op dat moment zijn er in Nederland zo’n 2500 verstandelijk gehandicapten met zeer ernstige gedragsstoornissen, waarvan meer dan vierhonderd met zulke extreem ernstige problematiek dat ze net als Jolanda worden vastgebonden, geïsoleerd of zware kalmerende medicatie krijgen.
Je zou denken dat het na 1988 niet meer voor zou komen...

We gaan naar 2011

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Uitgebreidere documentaire

https://www.youtube.com/watch?v=91N6Ml-qanE&t=395s

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies