In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De industriële revolutie
Ongeveer van 1750 tot 1840
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Industriële revolutie
De industriële revolutie begint na de uitvinding van
de stoommachine.
Het was een revolutie: een grote verandering.
Slide 3 - Tekstslide
Industriële revolutie
De industriële revolutie begon vanaf 1750 in Groot-Brittannië.
België was wat later en volgde vanaf 1800 ongeveer.
Slide 4 - Tekstslide
Industriële revolutie
Door de industriële revolutie veranderde de manier waarop spullen werden gemaakt. Eerst werden spullen (zoals kleding) met de hand gemaakt. Door de industriële revolutie konden de spullen met machines gemaakt worden. Machines konden veel sneller de spullen maken. Hierdoor werden de spullen ook goedkoper en konden meer mensen het kopen.
Slide 5 - Tekstslide
Industriële revolutie
De industriële revolutie begon in de achttiende eeuw in Groot-Brittannië. Het werk in de textiel veranderde. Het weven gebeurde niet meer met de hand maar met een machine. Arbeiders werden beschouwd als een onderdeel van een machine.
Slide 6 - Tekstslide
De stoommachine
De stoommachine is een belangrijke uitvinding. Daarvoor werd de waterkracht en trekkracht van dieren het meest gebruikt. In 1769 verbeterde James Watt in Schotland de stoommachine zo goed, dat hij minder kolen gebruikte en meer kracht kon leveren. Nu kon hij worden gebruikt om spin- en weefmachines aan te drijven.
Deze uitvinding zorgde ervoor dat de machines in de fabrieken werkten. Maar ook in molens, mijnen en stoomtreinen.
Slide 7 - Tekstslide
James Watt
Stoommachine
Slide 8 - Tekstslide
stoomtrein
Slide 9 - Tekstslide
Daardoor raakten heel veel mensen hun baan kwijt. De eigenaar / baas van een fabriek had liever een machine dan een werknemer, want die werknemer kon ziek worden of minder hard werken. Een machine kan gewoon achter elkaar doorwerken en heeft geen pauzes nodig, behalve voor het onderhoud.
Gevolg: Er ontstond dus een zeer grote werkloosheid.
Slide 10 - Tekstslide
Door de industriële revolutie groeiden de steden. Er was minder werk op het platteland. Kleine bedrijfjes op het platteland konden niet meer op tegen de grote bedrijven in de stad. De fabrieken werden bij de steden gebouwd. Steeds meer mensen verhuisden daarom naar de stad
Slide 11 - Tekstslide
Wat was een voordeel van de industriële revolutie?
A
Mensen waren minder en minder nodig
B
Er kon meer gemaakt worden op kortere tijd
C
De bevolking groeide
Slide 12 - Quizvraag
Kinderarbeid
Halverwege de 19e eeuw werden de eerste fabrieken gebouwd. Dus 150 jaar geleden. Dat kwam na de uitvinding van de stoommachine. Ook kinderen moesten werken. Het werk was ongezond en gevaarlijk. De kinderen mochten niet naar school van hun ouders. Ze werden naar de fabrieken gestuurd.
De kinderen moesten wel werken want het gezin was arm en ze kwamen anders niet toe.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Kinderarbeid
Die kinderen moesten wel 12 uur per dag werken. Ze kregen slecht te eten en ze waren erg vies. Heel veel waren er ziek. De helft van de kinderen stierf.
In 1889 kwam pas de wet op kinderarbeid in België.
Slide 15 - Tekstslide
De wet op kinderarbeid (1889)
Die bepaalt dat kinderen onder de 12 jaar niet mogen werken in de industrie.
Jongens tussen 12 en 16 jaar en meisjes tussen 12 en 21 jaar mogen bovendien maar 12 uur per dag werken.
En meisjes tussen 12 en 21 jaar mogen geen nachtwerk meer doen.
Slide 16 - Tekstslide
Uitbreiding van de wet op kinderarbeid
In 1914 breidt men de wet uit naar de horeca en burelen en verbiedt men kinderarbeid onder de 14 jaar.
De wet van 14 juni 1921 bepaalt dat zware arbeid voor kinderen onder de 16 jaar strafbaar is en voert men de achturige werkdag in.
Slide 17 - Tekstslide
Wat vind je van kinderarbeid?
Slide 18 - Woordweb
Wat vind je van de wet op de kinderarbeid?
Slide 19 - Woordweb
De landbouw werd beter waardoor er meer voedsel kwam.
Door het toenemen van het voedsel groeide de bevolking.
Al die mensen hadden kleding nodig maar de mensen die dit maakten werkten nu al lange dagen.
Er moest een oplossing gevonden worden.
De industriële revolutie samengevat
Slide 20 - Tekstslide
De stoommachine werd uitgevonden en de productie gebeurde nu door machines die sneller werkten en meer konden maken.
Er kwamen steeds meer en meer fabrieken.
-> De industriële revolutie!
De industriële revolutie samengevat
Slide 21 - Tekstslide
Wat is een revolutie?
A
Een uitbuiting van het volk
B
Een grote verandering
Slide 22 - Quizvraag
Rond welke tijd begon de industriële revolutie in België?
A
1750
B
1800
C
1850
D
1900
Slide 23 - Quizvraag
Waarom moesten ook kinderen werken?
A
Hun ouders wilde hen de wereld leren kennen
B
Het hoort gewoon zo
C
Omdat de gezinnen anders te arm waren
D
Omdat kinderen toen niet belangrijk waren
Slide 24 - Quizvraag
Vat de industriële revolutie in je eigen woorden samen.