In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Het programma
Lezen
Herhalen van het benoemen van de zinsdelen
Uitleg les 75 Bijwoordelijke bepaling
Maken: blz.154--155, opdracht 1,2,3 ,4 en 5
Terugkoppeling lesdoelen + vooruitblik volgende les
Slide 2 - Tekstslide
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
Doel
Je leert hoe je de bijvoeglijke bepaling herkent in een zinsdeel
Slide 4 - Tekstslide
Zinsdelen en zinsdeelstukken
-Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling
Zinsdelen
Zinsdeelstuk
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Bijvoeglijke bepaling
De bijvoeglijke bepaling is geen apart zinsdeel!
Slide 7 - Tekstslide
De bijvoeglijke bepaling (bvb)
De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
Slide 8 - Tekstslide
Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Voorbeeld:
De slimme jongen | is | lid |geworden | bij die bekendevoetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?)
bekende = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
Slide 9 - Tekstslide
Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
stap 1:
- verdeel de zin in zinsdelen
stap 2
- zoek het kernwoord/ zelfstandig naamwoord.
stap 3
Wat zegt de bijvoeglijke bepaling over het zelfstandig naamwoord/Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woordsoorten moet benoemen.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeldzin bvb
Ze speelt het mooiste melodietje uit de musical.
stap1 Verdeel de zin in zinsdelen
stap 2Wat is het belangrijkste znw / kernwoord?
stap 3 wat wordt gezegd over het kernwoord?(Welk / wat voor +znw
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden
Voorbeeld 1:
De lange, mooie jongen kwam niet.
Namen kunnen ook bijvoeglijke bepalingen zijn.
Voorbeeld 2:
Een Deens stalletje op een kerstmarkt in de Zwitserse stad Zurich verkoopt hotdogs voor 250 Zwitserse franc
Slide 12 - Tekstslide
maken
blz. 154-155, opdracht 1,2,3,4,5
stap1 Verdeel de zin in zinsdelen
stap 2Wat is het belangrijkste znw / kernwoord?
stap 3 wat wordt gezegd over het kernwoord?(Welk / wat voor +znw