groepsdynamica

Pedagogiek
Groepsdynamica/sociogrammen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Pedagogiek
Groepsdynamica/sociogrammen

Slide 1 - Tekstslide

Even opfrissen van vorige week
  • Groepsdynamica
  • Soorten groepen
  • Groepscultuur
  • Fasen binnen een groe

Slide 2 - Tekstslide

Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die zich in de groep afspelen
C
de invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep

Slide 3 - Quizvraag

Vanaf hoeveel personen ben je een groep?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

groepsdynamica

Slide 5 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met cohesie?

timer
3:00

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de 5 fasen voor het vormen van een groep?

Slide 7 - Open vraag

Een van de kenmerken van een groep is dat de groep eigen normen en regels heeft. De volgende tabel bevat een lijst normen. Geldt dit voor onze groep/klas?
1 In de lokalen heeft iedereen een vaste plaats.
2 We hebben een hekel aan discussies.
3 Kritiek op andere groepsleden houd je voor je.
4 We werken zo veel mogelijk in dezelfde groepjes samen.
5 Als je de spullen die je hebt gebruikt moet opruimen, probeer je daar
onderuit te komen.
6 Over persoonlijke problemen wordt niet gepraat.
7 Vijf minuten voor een theorieles eindigt, pakken we onze tas in.
8 Als er één student praat, houden anderen hun mond.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Wat betekent dit dan!
1. Testfase: De kinderen zijn meer bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op de anderen. In deze fase zorgt de pm'er vooral voor veiligheid.

2. Stormfase: De hiërarchie wordt bepaald. De pm'er laat merken dat conflicten bij het leven horen, maar dat de manier van oplossen wel belangrijk is. Conflicten worden samen uitgepraat. 


Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent dit dan: 2
3. Normfase: Dit kun je bewerkstelligen door de leiders een positieve rol te geven en door de groep bewust te maken van hun gezamenlijke kracht tegen ongewenst gedrag.
4. Uitvoeringsfase:  De introductieperiode is voorbij. Als pm'er moet je nu niet denken dat de groep “af” is. Een goede groep vergt onderhoud gedurende het hele jaar.
 
 
5. Oplosfase.

Slide 11 - Tekstslide

Sociogram

Slide 12 - Tekstslide

Door een sociogram

  • kunnen positieve en negatieve voorkeursrelaties binnen een groep in kaart worden gebracht.
  • groepsleden worden aangegeven door een rondje met bijvoorbeeld de naam of de initialen. 


De rondjes worden met elkaar verbonden door middel van lijnen tussen de groepsleden die contact met elkaar hebben. 

  • Kun je dus overzicht krijgen van de groepsleden die veel of weinig contact met elkaar hebben.
  • Wordt rol van ieder groepslid aangegeven.
  • Zie je actieve, sociale en neutrale groepsleden.

Slide 13 - Tekstslide

Welke groepskenmerken zie je

Subgroep: Marieke, Sem & Alex
Buitenstaander: Tom
Meeste contacten: Ruben
Eenzijdig contact: Lena

Slide 14 - Tekstslide

Welke groepskenmerken zie je binnen deze sociogram?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Wat zie je qua groepsdynamica?

Slide 17 - Woordweb

Positieve groep

Slide 18 - Tekstslide

Positieve groepsrollen

Leidinggevenden:
  • Gezagsdrager
  • Organisator
  • Sociaal werker
Overige groepsrollen

  • Verkenners
  • Volgers
  • Appellant
  • Joker

Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen van een positieve groep
  • Hoog leerrendement
  • Kinderen komen met plezier naar school
  • Conflicten worden opgelost en hebben geen blijvend effect
  • Geen pestgedrag
  • Ontwikkeling van positieve zelfbeelden

Slide 20 - Tekstslide

Negatieve groep

Slide 21 - Tekstslide

Negatieve groepsrollen

Enige leidinggevende:
  • Dictator
Overige groepsrollen

  • Intriganten
  • Meelopers
  • De zondebok

Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen van een negatieve groep
  • Pesten, ruzie’s.
  • Ordeproblemen
  • Slechte prestaties
  • Ontwikkeling negatieve zelfbeelden
  • Samenwerken niet mogelijk

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Nu even zelf
1. Pak je kennisopdracht / doe opdracht erbij en ga samen met je buurvrouw aan de slag. 
2. Geef elkaar tips en trucs en ga aan de slag met de opzet/invulling van de opdracht.
3. Zijn jullie klaar dan ga je aan de slag met een sociogram van je groep. Neem volgende week je sociogram mee.

Slide 25 - Tekstslide