H1 RK - Intro + inleiding - BNS

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Les 1 - Rooms Katholicisme

Lesdoelen

1. Je leert een aantal belangrijke kenmerken van het interieur, exterieur en de plattegrond van een Rooms-Katholieke kerk.
2. Je leert dat de Sint-Pieter een centrale rol speelt in het Rooms-Katholieke geloof en waarom dit zo is.
3. Je weet hoe groot het Rooms-Katholieke geloof is. 

Tot welke stroming behoort de Rooms-Katholieke kerk

1. de islam
2. het christendom
3. het jodendom
4. het is een eigen stroming

Hoeveel mensen behoren wereldwijd tot de Rooms-Katholieke kerk?

1. 2,4 miljoen
2. 100 miljoen
3. 2,4 miljard
4. 100 miljard

Aan het hoofd van de Rooms-Katholieke kerk staat....

1. de bisschop
2. de gelovige
3. de dominee
4. de paus

De Rooms-Katholieke kerk groeit

1. Waar
2. Niet waar

Inleiding

Maak en lees de inleiding van het boekje 'Rooms-Katholicisme' (blz. 1-3)

Lesdoel 1, 2 en 3

Om de lesdoelen van deze les te behalen, gaan jullie de opdrachten maken van hoofdstuk 1.

Opdracht 1.1 tot en met 1.11 

Opdracht 1.1
a. Geef hieronder 8 onderdelen die je ziet op de vijf foto's

Opdracht 1.1
b. Welke onderdelen zijn volgens jou typisch Rooms-Katholiek?

Les 2 - Rooms Katholicisme

Lesdoelen

1. Je oefent met waarnemen en interpreteren van gegevens op foto's (Sint-Pietersbasiliek)

2. Je oefent om een hypothese op te stellen aan de hand van waarnemingen en met behulp van je algemene kennis. 

nos.nl

Opdracht 1.1

a. eigen antwoord

b. Je zou kunnen denk aan: pracht en praal, altaar, beelden, kaarsen, ramen gebrandschilderd, Latijnse woorden enz.

Opdracht 1.2

a. kruis

b. Omdat het kruis van Christus het meest kenmerkende is voor het christelijke geloof. 

c. Oosten. Van daaruit zal Christus terugkomen

Opdracht 1.3

1. koorsluiting
2. koor
3. koorhek
4. kooromgang
5. kranskapel(len)
6. kruising of viering
7. dwarsschip of kruisarm
8. middenschip
9. zijbeuken
10. portaal

Opdracht 1.4

a. Hier stierven veel christenen de marteldood.

Waarschijnlijk is Petrus hier ook gestorven.

b. 

Aan de slag!

Maak opdracht 1.5 t/m 1.11

Opdracht 1.5

a. De moederlijke armen van de kerk / de armen van Christus

b. Een obelisk. Deze komt uit het circus van Nero. 

c. sleutel

d. De kerk heeft de sleutels van het Koninkrijk van God

Opdracht 1.7

a. Petrus

b. Petrus wordt belangrijk voor de kerk. Hij volgt Christus op een bepaalde manier op en heeft daarmee de sleutels van het Koninkrijk van God

Opdracht 1.8

a. tot de overleden paus

b. ze aanbidden de heiligen niet, maar bidden tot de heiligen om hun gebed te versterken.

c. Dat zijn tastbare voorwerpen waar nog kracht in zit.

Opdracht 1.9

a. symbool van Gods aanwezigheid / voor de heilige Petrus

b. het kaarsje begeleidt het gebed.

c. relikwiën

Opdracht 1.10

eigen antwoord

Opdracht 1.11

a. Traditie waarin beelden en schilderijen het volk hielp om het geloof te begrijpen en tastbaar te maken

b. alle voorbijgangers raken het aan en kussen het.

c. Hij is de eerste paus, opvolger van Jezus

d. een inspiratie

Lesdoelen (terugblik)

1. Noem een kenmerk van het interieur, exterieus en de plattegrond van een Rooms-Katholieke kerk.

2. Waarom is de Sint-Pieter van belang in de Rooms-Katholieke traditie.

3. Hoeveel aanhangers heeft het Roons-Katholieke geloof?