Les 5, deel 1/3: Meestervervalsers

Les 5: Meestervervalsers
DEEL 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 5: Meestervervalsers
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over de
       meestervervalser Geertjan Jansen;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunst vervalsen
Het is de nachtmerrie van elke kunstliefhebber: een kunstwerk kopen en erachter komen dat het een vervalsing is. Zou je het dan minder mooi vinden? Of zou je het terugbrengen?
Hoe denk je dat schilderijen vervalst worden? In de volgende slide kun je invullen wat je er al over weet.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
kunst vervalsen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje wordt gesproken over meestervervalser Geert Jan Jansen.

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Hoe lang moest Jansen de gevangenis in?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

In het filmpje wordt gezegd dat Jansen voor een jaar de gevangenis in moest.

Vind je het terecht dat Jansen de cel in moest? 
Waarom wel/niet?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

speculeren
onderwerpen aan
de argwaan
 de meestervervalser
ontmaskeren
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: onderwerpen aan
Betekenis: iets doen met iets of iemand
Voorbeeldzin: Het veilinghuis onderwerpt het kunstwerk altijd eerst aan een onderzoek voordat ze het in de verkoop doen.
4
Woord: de meestervervalser
Betekenis: iemand die een kunstwerk zo goed namaakt dat het nauwelijks van het originele te onderscheiden is met als doel er zelf beter van te worden
Voorbeeldzin: De meestervervalser was zó goed dat kunstkenners pas na zijn dood ontdekten dat de kunstwerken waren nagemaakt.
1
Woord: ontmaskeren
Betekenis: aantonen dat iemand die onschuldig lijkt in werkelijkheid de boel bedriegt
Voorbeeldzin: De politie heeft de dief die bij ons in de buurt actief is, kunnen ontmaskeren.
2
Woord: de argwaan
Betekenis: het gevoel dat er iets niet klopt
Voorbeeldzin: Ik kreeg argwaan toen de man aan de deur zei dat hij een speciale aanbieding had.
3
Woord: speculeren
Betekenis: dingen bedenken die misschien waar zijn of misschien kunnen gebeuren
Voorbeeldzin: Waarom het ongeluk is gebeurd weet ik niet. Daarover kan ik alleen speculeren.
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • de meestervervalser
  • ontmaskeren

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

in kwestie
fluctueren
toeschrijven aan
het oeuvre
het duivelse dilemma
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: in kwestie
Betekenis: waarover het gaat
Voorbeeldzin: De leerling in kwestie ontkende dat hij had gespiekt.
6
Woord: fluctueren
Betekenis: telkens weer verschillend zijn
Voorbeeldzin: De waterstand in de rivier fluctueert. Als het regent staat het waterpeil hoger.
7
Woord: toeschrijven aan
Betekenis: zeggen dat hij of zij het gemaakt heeft 
Voorbeeldzin: Het schilderij dat net ontdekt is, wordt toegeschreven aan niemand minder dan Rembrandt.
8
Woord: het oeuvre
Betekenis: al het werk van een kunstenaar
Voorbeeldzin: Mijn favoriete schrijver heeft gelukkig een groot oeuvre, zodat ik nog veel boeken van hem kan lezen.
9
Woord: het duivelse dilemma
Betekenis: de zeer lastige keuze
Voorbeeldzin: Ik moest kiezen tussen twee hele leuke films, omdat ik er maar eentje kon zien. Dat was een duivels dilemma voor me.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Nee, dit woord ken ik nog niet.
Ja, dit woord ken ik al.
de meestervervalser
in kwestie
ontmaskeren
fluctueren
de argwaan
toeschrijven aan
onderwerpen aan
het oeuvre
het duivelse dilemma
speculeren

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
meestervervalser
Geert Jan Jansen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel 2 
gaat lezen, gaat over het 
vervalsen van schilderijen 
en de gevolgen daarvan 
voor de kunsthandel.
In de volgende slide kun
je invullen wat je daar
al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over dit onderwerp?
vervalsingen en de kunsthandel
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
jij al

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies