8. Je kan uitleggen dat na 15 jaar bikkelen de economie zo was gegroeid dat vanaf 1960 lonen stijgen, wat leidde tot het ontstaan van de consumptiemaatschappij (voor het eerst konden gezinnen apparaten kopen en op vakantie gaan)
9. Je begrijpt dat een groeiende generatiekloof leidde tot ontzuiling, jeugdbewegingen (nozems in de jaren '50, hippies in de jaren '60) en politieke bewegingen (provo, D66)
4. Je kan aan de hand van ontwikkelingen in de (kern)wapenwedloop uitleggen waarom er angst ontstond voor het uitbreken van een atoomoorlog (waar heel de wereld mee te maken zou krijgen)