2B H5 les 5 omtrek en oppervlakte

Welkom
Pak je spullen erbij:
- Boek
- Schrift
- Etui
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je spullen erbij:
- Boek
- Schrift
- Etui

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
- Omtrek en oppervlakte 

- Maken opdracht 18 t/m 20 (blz. 17)

- Nakijken via Getal & Ruimte online

- Klaar? Laten zien aan docent

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:

- Ik kan omschrijven wat omtrek is
- Ik kan de omtrek van een L-vormig figuur berekenen

- Ik kan omschrijven wat oppervlakte is
- Ik kan de oppervlakte van een L-vormig figuur berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Omtrek: lengtes optellen als je er omheen gaat
Oppervlakte: vierkante meters die er op liggen: lengte x breedte

Slide 4 - Tekstslide

Omtrek van een L-vormig figuur
Tel alle buitenkanten / randen bij elkaar op 

Omtrek van het terras hiernaast =
4 + 2 + 3 + 3 + 7 + 5 = 24 m

Slide 5 - Tekstslide

Oppervlakte L-vormig figuur
  1. Maak van het figuur 1 grote rechthoek.
  2. Bereken de oppervlakte van de grote rechthoek.
  3. Bereken de oppervlakte van het stukje dat er bij gekomen is (dit heeft ook de vorm van een rechthoek).
  4. Trek de oppervlaktes van elkaar af.


Slide 6 - Tekstslide

Oppervlakte L-vormig figuur
  1. Rode rechthoek getekend
  2. Oppervlakte rode rechthoek =
    7 x 5 = 35 m²
  3. Oppervlakte stukje gras =
    2 x 3 = 6 m²
  4. Oppervlakte terras =
    oppervlakte rode rechthoek - oppervlakte stukje gras =
    35 - 6 = 29 m²

Slide 7 - Tekstslide

Oppervlakte L-vormig figuur
  1. Maak van het figuur 1 grote rechthoek.
  2. Bereken de oppervlakte van de grote rechthoek.
  3. Bereken de oppervlakte van het stukje dat er bij gekomen is (dit heeft ook de vorm van een rechthoek).
  4. Trek de oppervlaktes van elkaar af.

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakte L-vormig figuur
  1. Witte rechthoek getekend
  2. Oppervlakte witte rechthoek =
    8 x 6 = 48 m²
  3. Oppervlakte stukje erbij (groen) =
    3 x 2,5 = 7,5 m²
  4. Oppervlakte blauwe L-vormige figuur =
    Oppervlakte witte rechthoek - oppervlakte groene rechthoek =
    48 - 7,5 = 40,5 m²

Slide 9 - Tekstslide

Welke oppervlakte-eenheden missen in dit rijtje?
km² - hm² - ... - m² - dm² - cm² - ...
A
dm² - mm²
B
dem² - m²
C
ham² - m²
D
dam² - mm²

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van de rechthoek hiernaast?
A
8 x 3 = 24 cm²
B
8 + 3 = 11 cm²
C
8 x 3 x 8 x 3 = 576 cm²
D
8 + 3 + 8 + 3 = 22 cm²

Slide 11 - Quizvraag


Dit weiland is mooi rechthoekig.
200 meter lang en 100 meter breed.

Als je dit weiland gaat inzaaien met graszaad, voor hoeveel m² moet je dan graszaad kopen?

A
200 + 100 = 300 m²
B
2 x 1 = 2 m²
C
200 + 200 + 100 + 100 = 600 m²
D
200 x 100 = 20 000 m²

Slide 12 - Quizvraag

Op dit mini stukje gras staan 5 mini koeien. Hoeveel cm² gras heeft iedere koe, als je het stukje gras eerlijk verdeeld?
A
3 cm²
B
8 cm²
C
15 cm²
D
75 cm²

Slide 13 - Quizvraag

Opdrachten maken
Wat?       Maak opdracht 18 t/m 20 (blz. 17)
Hoe?       Individueel 
Tijd?        Tot het einde van de les
Hulp?      Klasgenoot of docent
Klaar?     Kijk de opdrachten na.
                  Laat het daarna zien aan de docent.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide