A-boek H3.8 en B-boek H4.8
1. Lees de uitleg op blz. 186 en 187 (A-boek)over hoofdletters en schrijf een zin zonder hoofdletters. Verwerk hierin minstens 4 hoofdletters, dus maak er een moeilijke zin van. Voorbeeld: zie opdr. 7.
2. Bedenk zelf een invulopdracht, zoals bij opdr. 10 op blz. 188.
3. Bedenk zelf een invulopdracht over het voltooiddeelwoord en het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord (B-boek blz. 60), zoals bij opdr. 4 en opdr. 7.
4. Noteer ook de juiste antwoorden op een volgende pagina in jouw PPT.