les chiffres 1-100

Chapitre 2 Bron F vocabulaire et les nombres
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Chapitre 2 Bron F vocabulaire et les nombres

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- We oefenen de vocabulaire F van chapitre 2
- Je herhaalt de getallen van 0 tot 20 
- Je leert de getallen van 20-100

Slide 2 - Tekstslide

Les buts (de doelen)
- Je kent woorden die te maken hebben met iets te kopen
- Je kent de getallen van 1 t/m 100

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig om een ontkenning in het Frans te maken

Slide 4 - Woordweb

Herhaling: maak een zin in de ontkenning

Slide 5 - Open vraag

Traduis "les vêtements" en NL
A
de bakkerij
B
de kleding
C
het brood
D
heerlijk

Slide 6 - Quizvraag

Traduis en français "de bakkerij"

Slide 7 - Open vraag

la boulangerie

Slide 8 - Woordweb

Traduis: J'ai faim
A
ik ben boos
B
ik heb honger
C
ik heb nodig
D
ik wil het niet

Slide 9 - Quizvraag

 Les numéros
Les chiffres

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

un (1)
 deux (2) 
trois (3) 
quatre (4) 
cinq (5) 
six (6)
sept (7) 
huit (8) 
neuf (9) 
dix (10) 
onze (11) 
douze (12) 
treize (13) 
quatorze (14) 
quinze (15) 
seize (16) 
dix-sept (17) 
dix-huit (18)
 dix-neuf (19) 
vingt (20)

Slide 12 - Tekstslide

Activité 1:
Sleep: volgende dia

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Combinez les chiffres
dix-sept
vingt
quatorze
seize
onze
dix-neuf
quinze
dix-huit
douze
treize
11
12
13
15
14
16
17
18
19
20

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Elle a quel âge ?
A
Elle a vingt ans
B
Elle a trente ans
C
Elle a soixante ans
D
Elle a quarante ans

Slide 18 - Quizvraag

Il a quel âge?

Slide 19 - Open vraag

Combinez les chiffres
trente-trois
dix
quarante-quatre
soixante-six
trente-quatre
cinquante et un
cinquante-huit
huit
soixante-dix
vingt et un
34
70
21
58
44
66
33
8
51
10

Slide 20 - Sleepvraag

43
A
quarante et trois
B
quarante-et-trois
C
quarante trois
D
quarante-trois

Slide 21 - Quizvraag

51
A
cinquante et un
B
cinquante-et-un
C
cinquante un
D
cinquante-un

Slide 22 - Quizvraag

39
A
Trente et neuf
B
trente neuf
C
trente-et-neuf
D
trente-neuf

Slide 23 - Quizvraag

Vingt et un
A
20
B
21
C
22
D
23

Slide 24 - Quizvraag

Cinquante-huit
A
56
B
57
C
58
D
59

Slide 25 - Quizvraag

68
A
soixante-et-huit
B
soixante huit
C
soixante-huit
D
soixante et huit

Slide 26 - Quizvraag

70
A
soixante-dix
B
septante
C
soixante et dix
D
soixante dix

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Les nombres 1-69

De getallen 1 t/m 20 en 30, 40, 50, 60 leer je uit je hoofd. Van 20 t/m 69 tel je op deze manier:


20: vingt
21: vingt et un
24: vingt-quatre

37: trente-sept
43: quarante-trois
58: cinquante-huit
66: soixante-six
Les nombres 70-100

70: soixante-dix (60 + 10)
71: soixante et onze
72: soixante-douze

80: quatre-vingts (4 x 20)
81: quatre-vingt-un
85: quatre-vingt-cinq

90: quatre-vingt-dix (4 x 20 + 10)
91: quatre-vingt-onze
99: quatre-vingt-dix-neuf
100: cent

Slide 29 - Tekstslide

1 - 100
Om te tellen in het Frans moet je dus de getallen van 
1 - 20 kennen, de tientallen 30, 40, 50 en 60 en daarna met slim rekenen alles aan elkaar plakken. 
Dan eindig je met " Cent "!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide