Hoofdstuk 3: De bloedsomloop

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: De bloedsomloop

§3.1 Bloed

Bloed

Het transport systeem voor je hele lichaam.

Het bestaat uit bloedplasma en bloedcellen

Wat is bloed plasma?

91% water

7% bloed eiwitten

2% opgeloste stoffen

Bloed cellen

Rode bloedcellen cellen

Witte bloedcellen

Bloedplaatjes

Rode bloedcellen

Het grootste deel van de bloedcellen

Schijfvormig, GEEN celkern

Vervoeren zuurstof! of Koolstof dioxide door je lichaam

Door middel van het stofje hemoglobine

Witte bloedcellen

Maken ziekte makers dood

Geen vaste vorm. Waardoor ze door de smalste openingen kunnen.

Bloedplaatjes

Uiteen gevallen cellen

Zorgen voor het stollen van bloed. In wonden.

onthouden: 

samenstelling  bloed

Rode bloedcellen > geen kern

Witte bloedcellen> geen vaste vorm

Bloedplaatjes >delen van uiteengevallen cellen

 §3.1

Maken van opgaven 

Eerst 10 minuten in stilte 

daarna in overleg 

Klaar? begrippen lijst bijhouden. 

3 typen bloedvaten 

Bloedvaten in een hand

What does the red colour mean? And the blue colour?

Dubbele bloedsomloop

Bloedsomloop 1

'De kleine bloedsomloop '

Bloedsomloop 2

'De grote bloedsomloop'

Maak §3.2 

Opdracht  4 en 7

Je hebt 7 minuten daarna heeft iedereen het af

Welke functie hebben aders?

1. Het bloed van het hart naar het lichaam brengen
2. Het bloed naar het hart van het lichaam brengen

Welk bloedvat is dikker
Aders of Slagaders

1. aders
2. slagaders

Waarom noemen we het
SLAGaders?

1. Omdat het bloed pompt in slagen (hoge druk)
2. Niet het juiste antwoord
3. Ook niet het juiste antwoord
4. Kies A

Welk type bloedvat zorgt voor de overdracht van gassen en voedingsstoffen?

1. Aders
2. Haarvaten
3. Slagaders

Welk type bloedcellen vallen ziektemakers aan?

1. Witte bloedcellen
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes

91% water
7% bloed proteïnen
2% opgeloste stoffen

1. Blood plasma
2. Bloedcellen

Unit 3 Circulatory system

§3.2 The circulatory system

Deze les

Structuur van de bloedvaten

Slagaders

Van het hart naar organen

Dikke spierwand

Hogebloeddruk

ader

van organen naar het hart

Dunne spierlaag

Lage bloeddruk

Heeft kleppen

Kleppen

Haarvaten

Zeer dun, Maar 1 cellaag dik

Ideaal voor wisseling van stoffen zoals zuurstof en suiker

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

Lees §3.2

opdracht 1-4, 6-10

Unit 3: The Circulatory System

§3.3 The heart

The heart

Blood flow

Right & Left from your own perspective

Right ventricle --> pulmonary circulation

Left ventricle --> systemic circulation

Cardiac cycle

Cardiogram

Make §3.3

3, 5, 6, 7, 8, 9

Unit 3: The Circulatory System

§3.5 Immunity

What is immunity?

Virus

Bacteria

First line of defence

Skin/Endoderm

Mucous layers

HCl in stomach

White blood cells

Guardians of our bodies against antigenes/pathogens

2 types:

Macrophages

B-cells/T-cells (antibody producing)

Phagocytosis - non-specific immunity

Antibody production 

- specific immunity

Neutralization of pathogen

Make §3.5

1, 2, 6, 9

Unit 3: The Circulatory System

§3.5 Immunity II

This lesson

Natural immunity

Artificial immunity

Allergies

Natural immunity

Memory cells

Remember a specific pathogen in blood

Antibody production after infection

Smallpox

Poliomyelitis

Artificial immunity

Vaccinations

Allergic response

Hypersensitive immune response

Asthma

Wasp allergy

Make §3.5

Exercise 1-4, 6-11

Unit 3: The Circulatory System

§3.6 Healthy lifestyles

How to live healthy?

Form groups of 6 persons and choose a subject:

Smoking

Alcohol

Unhealthy food

Sport

Psychological Stress

Search for effects on the circulatory system (±20 min)

Look for positive and negative effects (preferably on the WWW)!

Discussion afterwards (±3 min per subject)