3F_Een zakelijke e-mail schrijven

Zakelijke e-mail
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

zakelijke e-mail
Een e-mail is eigenlijk een brief die je via de computer verstuurt.
E-mails zijn meestal korter dan brieven.
Er zijn persoonlijke en zakelijke e-mails.

Wij kijken naar hoe je een goede zakelijke e-mail schrijft.

Slide 2 - Tekstslide

Voordat je begint ...
  • Wat is het doel van je e-mail?
        Iemand uitnodigen? Informatie vragen? Informatie geven?            Iemand ergens van proberen te overtuigen?
        Houd het doel duidelijk voor ogen tijdens het schrijven.
  • Welke informatie in de e-mail moet er per se komen?
       Zoek dat op in de examenopdracht en gebruik die
       informatie bij het maken van je eigen zinnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Opbouw zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • BCC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw,)
  • Inleiding               (Waarom stuur je de e-mail)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat, op welke vragen wil je antwoord)
  • Slot                          (Wat verwacht je van de lezer, bedank de lezer alvast) 
  • Afsluiting              (Met vriendelijke groet,)
                                          Jouw naam en eventueel je functie   

Slide 7 - Tekstslide

Inleiding:
Formeel beginnen. Niet met 'Ik', maar met 'Mijn naam is ...'.
Beschrijf hier waarom je de e-mail gaat schrijven (de aanleiding)
Maak duidelijk wie je bent en waarom je de e-mail schrijft. 

Kern: 
Hier geef je alle informatie. Je kunt het opdelen in 2 of meer alinea’s.
Zorg dat het overzichtelijk blijft!

Slot: Je geeft hier aan wat je wil bereiken. ( Uitnodigen?, Geld terug?, Enz.)
Slotzin: Bedanken voor het lezen en netjes vragen om een reactie.
 

Slide 8 - Tekstslide

Geachte heer, mevrouw,

Sinds 1 mei 2019 huur ik bij u een kamer in het pand Poolseweg 115 in Breda. Hierbij zeg ik deze huur op. Dat betekent dat de huur per 1 juni 2022 eindigt. Ik houd hierbij rekening met de opzegtermijn.

Graag maak ik met u een afspraak voor de oplevering. Daarnaast verzoek ik u binnen 30 dagen na einde huur de borg terug te storten op rekeningnummer IBAN 51INGB0123412123 t.n.v. Tinus Fritsen.

Graag ontvang ik uw schriftelijke bevestiging van de huuropzegging.

Met vriendelijke groet,
Tinus Fritsen

Slide 9 - Tekstslide

Tip 1
Elke e-mail begint met de aanhef. Een veel gebruikte vorm is 'Geachte heer of mevrouw,' maar we zien ook steeds vaker 'Beste heer of mevrouw,' boven de brief staan. 
Voorbeelden van een correcte aanhef zijn: Beste mevrouw Jansen, Geachte heer Van der Plas,.
Niet goed is: Beste mevrouw J. Jansen, De voorletter hoort niet in de aanhef te staan.

Slide 10 - Tekstslide

Tip 2
Na de aanhef komt de inleiding.
Ondanks de komma waar de aanhef mee eindigt, begint de inleiding weer met een hoofdletter.
In de inleiding geef je aan waarom je de e-mail schrijft. Begin deze eerste alinea niet met ‘Ik’.

Slide 11 - Tekstslide

Tip 3
In de tweede en volgende alinea’s (de kern) geef je de lezer informatie. In een klachtenmail leg je uit wat de klacht precies inhoudt en wat je al gedaan hebt om het probleem op te lossen.
Wanneer je informatie vraagt of geeft, leg je in de kern uit welke informatie je nodig hebt of je geeft in de kern de nodige informatie.

Slide 12 - Tekstslide

Tip 4
In de slotalinea schrijf je wat je van de lezer verwacht. Bijvoorbeeld: je hoopt dat de klacht binnen 2 weken wordt opgelost 
Goede afsluitende zinnen kunnen zijn:
  • Graag zie ik uw reactie (spoedig) tegemoet.
  • Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Slide 13 - Tekstslide

Tip 5 t/m 8
  • Maak niet al te ingewikkelde zinnen.
  • Gebruik woorden die je kent.
  • Kijk goed of alles uit de opdracht ook echt in jouw  e-mail   staat. (Gebruik dezelfde woorden/zinnen, dan maak je ook   geen fouten).
  • Denk niet eindeloos lang na, begin gewoon met schrijven en   ga pas kritisch nakijken als je klaar bent.  

Slide 14 - Tekstslide

Beoordeling examenopdracht
  • Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken (indeling e-mail,
     informatie in de opdracht, aantal woorden)
  • Samenhang (verbindingswoorden, indeling)
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordgebruik en woordenschat
  • Spelling, leestekens en grammatica

Slide 15 - Tekstslide

NU Nederlands zakelijke e-mail

Slide 16 - Tekstslide