3.1_Wat is de vraag?

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

H 3.1: Wat is de vraag?


  • Lesdoelen par. 3.1;
  • Stukje herhaling;
  • Bespreken opdrachten 1/m 4;
  • Vraagfunctie, vraaglijn en vraagfactoren;
  • Bespreken opdrachten 5 t/m 9;
  • Huiswerk volgende les 10 t/m 14;
  • Reflectie.

Slide 2 - Tekstslide

H 3.1: Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt;
  • Je kunt uitleggen dat de betalingsbereidheid en het consumentensurplus verschillend is bij verschillende prijzen;
  • Je kunt de vraagfunctie tekenen en de vraagfunctie opstellen;
  • Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op de vraag.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg en instructie...

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het consumentensurplus is het verschil tussen...
A
de betalingsbereidheid en de marktprijs
B
de betalingsbereidheid en de evenwichtsprijs
C
de evenwichtsprijs en de marktprijs
D
de evenwichtsprijs en de laagste prijs

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het consumentensurplus bij een prijsdaling
A
Die zal afnemen
B
Die zal toenemen
C
Die blijft gelijk
D
die verdwijnt

Slide 14 - Quizvraag

Als de prijs stijgt, neemt het consumentensurplus .....
A
toe
B
af

Slide 15 - Quizvraag

Bespreken opdrachten 1 t/m 4

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan tekenen vraaglijn
1. Opstellen assenstelsel (p,q) => P is verticale as => q is horizontale as
2. Punt op de P-as bepalen = Q gelijkstellen aan 0 
(de prijs bij Q is 0)
3. Punt Q-as bepalen = P gelijkstellen aan 0
(de gevraagde hoeveelheid bij P is 0)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Schoenenverkoper Shoozis verkoopt schoenen voor 70 euro per paar. Zijn vraagfunctie is: Qv = -4P + 490.
Wat zal er met de vraaglijn gebeuren als Nederlanders meer besteedbaar inkomen krijgen?

Slide 21 - Open vraag

Vraagfunctie: qv = -0,4p + 50. Wat is de gevraagde hoeveelheid als de prijs €100 is?
timer
3:00

Slide 22 - Open vraag


De vraag naar koelkasten wordt weergegeven door de volgende vraagfunctie: Qv = - 10p + 10.000

Met hoeveel procent neemt het aantal kopers toe als de prijs
daalt van € 400 naar € 350?

Slide 23 - Open vraag

Verklaar het 'min' teken in de vraagfunctie

Slide 24 - Open vraag

Schoenenverkoper Shoozis verkoopt schoenen voor 70 euro per paar. Zijn vraagfunctie is: Qv = -4P + 490.
Bereken de afzet en de omzet.


Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 5 t/m 14

Slide 29 - Tekstslide

Zijn er vragen???

Slide 30 - Tekstslide

Maken opdrachten 
Je hebt 15 minuten de tijd voor het maken van 
opdrachten 



timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Doorlezen paragraaf 3.2 en maken opdrachten 18, 19 en 20


Slide 33 - Tekstslide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt;
  • Je kunt uitleggen dat de betalingsbereidheid en het consumentensurplus verschillend is bij verschillende prijzen;
  • Je kunt de vraagfunctie tekenen en de vraagfunctie opstellen;
  • Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op de vraag.

Probeer de volgende vragen te beantwoorden zonder het boek te gebruiken.

Slide 34 - Tekstslide