Herhaal les Nederlands-Indië

Herhaal les Nederlands-Indië
Startklaar: 
  • Lesboek op tafel 
  • Pen op tafel 
  • Jas uit 
  • Tas van tafel 
timer
5:00
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaal les Nederlands-Indië
Startklaar: 
  • Lesboek op tafel 
  • Pen op tafel 
  • Jas uit 
  • Tas van tafel 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Op het einde van deze les kun je:
  • De toets van volgende week voldoende afronden
        (voor het onderdeel burgers en stoommachines)

Slide 2 - Tekstslide

4 oorzaken voor de industriële revolutie?
Wat waren de oorzaken van de industriële revolutie?
Waar bevind het stukje burgers en stoommachines zich op de tijdlijn?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

4 oorzaken voor de industriële revolutie?
Wat waren de oorzaken van de industriële revolutie?
Waar startte we?

Slide 6 - Tekstslide

Specerijen 
  • Vraag naar specerijen was hoog = hoge prijs 
Eerst haalden alleen portugezen de specerijen uit Azie

Slide 7 - Tekstslide

Specerijen 
'' Kostbare kruiden uit het buitenland ''

Slide 8 - Tekstslide

Molukken (eilanden groep in Indonesië) 

Slide 9 - Tekstslide

ontdekking 'snelle' zeeroute
Snitch

Slide 10 - Tekstslide

VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602)
“Nederlands handelsbedrijf dat in Oost Indië (Indonesië) actief was.”

Slide 11 - Tekstslide

Ontstaan van de VOC ..
  • Ten tijde van de Republiek Veel handelsnederzettingen in Azië.

Hoe kunnen we de prijzen beperken? 

Slide 12 - Tekstslide

Handelsmonopolie 
“Alleenrecht om te handelen.”​

Monopolie = één partij heeft alles in handen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe krijg je een monopolie?
  1. Concurrenten uitschakelen
  2. Forten/factorijen (handelsposten) bouwen
  3. Handelsverdragen met lokale vorsten
  4. Aziatisch handelsnetwerk

Slide 14 - Tekstslide

Kolonie
“Een overzees gebied dat in bezit is van een Europees land”​

  • Nederland                                Suriname (Tot 1975)​
  • Groot-Brittannië                    De Verenigde Staten (Tot 1776)



Slide 15 - Tekstslide

Modern imperialisme 
“Periode waarin Europese landen grote delen van Azië en Afrika veroverden om een zo groot mogelijk land te krijgen”

Slide 16 - Tekstslide

4 oorzaken
- Behoefte aan afzetgebieden
- Uitvindingen zorgde voor gemak bij veroveringen
- Kolonies gaven gevoel van trots en aanzien
- Noodzaak grondstoffen

Slide 17 - Tekstslide

Nationalisme 
“Een zeer grote liefde hebben voor je eigen land of volk”

Slide 18 - Tekstslide

Nederlands-Indië 
“Naam van de kolonie van Nederland in Indonesië vanaf 1798”

Slide 19 - Tekstslide

'inlandse' vorsten 
  • Niet tevreden met het afstaan van hun macht 
  • niet tevreden over het Nederlandse optreden

Gevolg = Leidde tot opstanden

Slide 20 - Tekstslide

Cultuurstelsel 
Gouverneur-generaal Johannes van den Bosch 
  • 1/5 deel van het land moest verplicht verbouwd worden met tropische gewassen.
  • Had je geen grond?  Dan kreeg je herendiensten. 



De producten moesten ze afstaan aan de NHM

Slide 21 - Tekstslide

Herendiensten

''Diensten die een bepaalde groep personen aan een vorst of edele moet leveren.''

66 dagen gratis werken voor de Nederlanders 

Slide 22 - Tekstslide

4 oorzaken voor de industriële revolutie?
Wat waren de oorzaken van de industriële revolutie?
Hoe zag de structuur in de kolonie eruit?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Duaal bestuurstelsel 
Bestuurssysteem waarin twee besturen naast elkaar bestaan. 

In Nederlands-Indië waren dat het Nederlandse binnenlandse bestuur en het Indische inlandse bestuur van regenten. 

Slide 25 - Tekstslide

Indische regenten (vorsten) en dorpshoofden zijn belangrijk! 

  • Zij konden in de praktijk doen wat zij wilden zolang er maar geleverd werd 
  • hun positie was erfelijk gemaakt door de Nederlanders 

Slide 26 - Tekstslide

Ethische politiek
Politiek in Nederlands-Indië na 1900 die een eind moest maken aan de armoede van de Indische bevolking en die de Indische bevolking meer aanspraak moest geven. 

Slide 27 - Tekstslide

Ethische politiek

Slide 28 - Tekstslide

Koelies
Arbeiders uit China en Maleisië.
Zij kregen een contract voor drie jaar. 

Wie zich niet aan het contract hield, kreeg lijfstraffen van de planter. 

Wie vluchtte, werd door de politie opgepakt en teruggebracht. 

Slide 29 - Tekstslide

onbedoeld gevolg van de ethische politiek
  • Nationalisme
  • '' waarom kan ons land niet vrij en onafhankelijk worden?''
Geinspireerd door Mahatma Gandhu wilden de indonesiers ook een eigen nationalistische partij

Slide 30 - Tekstslide

Opkomst van het Liberalisme
“Politieke stroming die vindt dat vrijheid het belangrijkste is”​


  • Passieve overheid​
  • Meer vrijheid


Slide 31 - Tekstslide

Soekarno
'Bung Karno'

Mohammad 
Hatta

Slide 32 - Tekstslide

PKI (1914) 
  • Partai Komunis Indonesia 
Nederlands: Communistische Partij 
Indonesië

1927 - 1945 verboden! 
staatsideologie soekarno
1. nationalisme
2. communisme
3. religie 

Slide 33 - Tekstslide

Volksraad in Nederlands-Indië (1916)
  • officieel 1918 in werking 
  • deels gekozen, deels gekozen door koloniaal bestuur (Nederland) 
  • Alleen advies(raad)!


samenstelling
de Volksraad uit een lid tevens voorzitter, en 60 leden die deels waren benoemd en deels gekozen. Een vast aantal leden met een indeling in drie groe­pen volgens het nationaliteits- en landaardcriterium. In 1929 werd de Indische Staatsregeling gewijzigd waarbij het aantal leden werd gesplitst in twee gelijke delen: 30 inheemsen, bestaande uit één groep, en 30 niet-inheemsen, bestaande uit twee groepen. Voor de voorzitter werd geen landaard aangewezen.

Het was niet altijd mogelijk voor alle afgevaardigden om te komen. Bij noodgevallen werden dan alleen mensen van Java en Madoera opgeroepen om te komen.

Slide 34 - Tekstslide

PNI (1927)
  • Partai Nasional Indonesia
  • Nederlands: Indonesische Nationale Partij
  • Onafhankelijkheid van Indonesië!
  • Soekarno een van de oprichters 

Slide 35 - Tekstslide

Japanners op ''Nederlands-Indie''
(1941 - 1945) 

  • Officieel 1942 overgave 
  • Wordt gezien door de Indonesische bevolking als ''bevrijding'' | broedervolk
  • Niks is minder waar
betekenis ambivalente
ambivalente = Je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet. Of je wilt iets, en tegelijkertijd ook iets anders, en je kunt niet kiezen.

Slide 36 - Tekstslide

Interneren
“Het opsluiten van Nederlanders in kampen”

Slide 37 - Tekstslide

''Jappenkampen'' =  kamp waarin Nederlanders die in Nederlands-Indië verbleven werden opgesloten.”​

Slide 38 - Tekstslide

Leven in de Jappenkampen 
  • Lijfstraffen

  • Honger 

  • Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte Dodenspoorlijn: Birmaspoorlijn)

Slide 39 - Tekstslide

Krijgsgevangenen
Krijgsgevangen: gevangen soldaten.

  • Lijfstraffen


  • Dwangarbeid (bijvoorbeeld werken aan de beruchte Dodenspoorlijn: Birmaspoorlijn)

Slide 40 - Tekstslide

Nederlands-Indie wordt Indonesië
  • 15 augustus 1945: Japan geeft zich over. 
  • Japanners zijn hun macht kwijt. 


Slide 41 - Tekstslide

17 augustus 1945: onafhankelijkheidsverklaring 
Soekarno
uhmmm.. beter van niet!!

Slide 42 - Tekstslide

Bersiapperiode (1946)
  • Veel mensen die als vijanden van de 
     republiek werden gezien werden vermoord. 
  • Europeanen werden geboycot 
  • Guerrilla acties = militante strategie waarbij
     kleinere, mobiele en soms civiele troepen
     onregelmatige aanvallen uitvoeren in
     vijandige gebieden.
  • Nederland moet onder druk van de Britten
      in gesprek gaan met de Indonesische
      republiek. 

Slide 43 - Tekstslide

Pemoedas 
“Nationalisten die Indonesië onafhankelijk wilden maken”

Slide 44 - Tekstslide

Guerrilla
“Snel aanvallen en dan weer terugtrekken”

Slide 45 - Tekstslide

Politionele acties
“Militaire actie van Nederland om Nederlands-Indië bij zich te houden”

Slide 46 - Tekstslide

1946 = extra troepen naar Indonesië gestuurd.
(100.000 soldaten) 
politionele actie (1947)
Koffie/thee/cacao en andere bedrijven kwamen weer in handen van Nederlandse bedrijven.

Deze militaire actie werd een politionele actie genoemd zodat het leek dat het om de 'politie' ging. In werkelijkheid had NL de belangrijkste gebieden weer in handen en was dit dus een militaire actie.

Slide 47 - Tekstslide

Dekolonisatie
“De overgang van een kolonie naar een soevereine staat”

Slide 48 - Tekstslide

Soevereiniteitsoverdracht
De Soevereiniteitsoverdracht was de overdracht van de hoogste macht door de Nederlandse regering aan de regering van Indonesië op 27 december 1949, waarmee een einde kwam aan het Nederlandse koloniale bewind in Nederlands-Indië (op Nieuw-Guinea na).

Slide 49 - Tekstslide

Soevereiniteit 
“Wie het land bestuurt”

Slide 50 - Tekstslide

Problemen na onafhankelijkheid 
  • Zwakke economie​
  • Plaatselijk nationalisme​
  • Wantrouwen naar Nederlanders

Slide 51 - Tekstslide

Volgende les
Herhaling Industriële revolutie

Slide 52 - Tekstslide