Les 2 Agressie, de-escalatie

Agressief gedrag en de-escalatie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Agressief gedrag en de-escalatie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Wat zijn emoties?
  • Emoties herkennen
  • 4 basis emoties benoemen
  • Omgaan met negatieve emoties

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les


  • Student kan in eigen woorden met een voorbeeld uitleggen wat agressie betekent
  • Student kan minimaal 3 oorzaken van agressie benoemen
  • Student kan in eigen woorden met een voorbeeld uitgeleggen wat de-escalatie betekent
  • Student kan met een voorbeeld laten zien hoe je kunt de-escaleren volgens de stop- methode




Slide 3 - Tekstslide

Wat roept agressie bij jou op?

Slide 4 - Woordweb

Agressie
Agressief gedrag is gedrag dat zich uit in gewelddadige verbale en/of non-verbale acties naar personen en/of materialen

Er zijn 4 verschillende vormen van agressie:

  • Primaire agressie: de agressie staat direct in relatie tot wat er gebeurd is
  • Secundaire agressie: ontstaat zomaar, geen directe aanleiding
  • Kwaadaardige agressie: heeft het doel iemand te verwonden of een les te leren
  • Doelgerichte agressie: heeft het doel een of andere 'beloning' te krijgen. De betrokkene is erop uit om je bang te maken door te dreigen

Slide 5 - Tekstslide

Vormen van agressie
  • Verbaal geweld
  • Fysiek geweld
  • Discriminatie
  • Seksuele intimidatie
  • Overige intimidatie

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken agressie
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben:

  • Gevoelens van betrokkene: betrokkene heeft bv gevoel controle over situatie te verliezen
  • De situatie zelf: onverwachte situatie waardoor betrokkene agressief wordt
  • Jouw houding als HZW'er: bv te confronterend naar cliënt toe
  • Factoren binnen de cliënt zelf: bv (psychiatrisch) ziektebeeld, middelengebruik

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ontladen van agressie
Veel mensen onderdrukken of verdringen hun agressieve gevoelens. Dit kan lang goed gaan, zeker als je een uitlaatklep hebt. Is die uitlaatklep er niet, dan gaat het vroeg of laat fout. Frustratie en bijbehorende spanning blijft aanwezig. Emoties krijgen geen kans zich te ontladen.

De volgende effecten kunnen optreden:
Overmatige agressie: de bekende druppel die de emmer doet overlopen. In de meest extreme vorm is het een cliënt die 'volledig door het lint gaat'

Zelfdestructief gedrag: agressie van cliënt richt zich tegen zichzelf

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Richtlijnen voor omgaan met agressie
  • Denk aan eigen veiligheid
  • Blijf rustig, vriendelijk en beheers je
  • Toon begrip
  • Probeer op een onpersoonlijke manier grenzen te stellen. Bijvoorbeeld: 'het is beter om...' in plaats van 'Ik wil dat u...'
  • Vertel de cliënt wat hij kan doen om zijn agressie kwijt te raken zonder schade aan te richten
  • Geef gelegenheid en tijd om bij te draaien en waardeer zelfcorrecties en pogingen van de cliënt om zichzelf in de hand te houden
  • Soms (maar dan ook echt heel soms) helpt het om paradoxaal te reageren. BV 'Gooi nog maar iets kapot'

Slide 11 - Tekstslide

STOP-methode
  • Stoom afblazen: laat client uitrazen
  • Tot de orde roepen: vertel de ander dat je het gesprek niet doorgaat als de client doorgaat met zijn gedrag
  • Opnieuw beginnen: Begin het gesprek opnieuw als de kwaadheid is gezakt
  • Passen bij herhaling: wordt de ander opnieuw kwaad, beeindig dan het gesprek

Slide 12 - Tekstslide

Drie manieren van reageren

Slide 13 - Tekstslide

Drie manieren van reageren
  • Assertiviteit: zelfverzekerd en op een rustige manier opkomen voor jezelf en je belangen zonder de ander te kwetsen of diens belangen te schaden
  • Sub-assertief: Je durft niet te reageren, je houdt je in, je komt niet voor jezelf of je belangen op. (=Risico op overbelasting)
  • Agressief: Je komt voor je eigen belangen op maar je ontkent/schaadt de belangen van de ander. Je verliest het relatieaspect uit het oog

Slide 14 - Tekstslide

oefening
Ga allemaal in tweetallen tegenover elkaar staan!

Slide 15 - Tekstslide

Ga in tweetallen in gesprek
waar liggen jouw grenzen?
Hoe geef je die aan?

Terugkoppeling

Slide 16 - Tekstslide

De- escalatie

Slide 17 - Tekstslide

Escalatieladder
De escalatieladder maakt de stappen van een conflict zichtbaar. Onderaan de ladder staat een gewone dagelijkse discussie en bovenaan een échte ruzie. Soms is een verkeerde opmerking al genoeg om een stijging op de ladder te veroorzaken. Door excuses, oprechte interesse en verduidelijking kan je het conflict al sussen en veroorzaak je wellicht een daling op de ladder

Slide 18 - Tekstslide

Escalatie ladder
Fase 1: Bewust van spanningen en 
tegenstellingen. Conflict in onderlinge
samenwerking willen oplossen

Fase 2: Emoties, gedreigd. Wantrouwen
en geen samenwerking mogelijk.

Fase 3: Schade toebrengen. Geen winst
te behalen. Feiten, belangen en logica
ontbreekt. Beide partijen zullen de 'strijd'
verliezen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

wat is er nodig om escalatie te voorkomen?

Slide 21 - Woordweb

Einde les

Slide 22 - Tekstslide