4.3 Crisis in de wereld

Ik weet hoe de eerste oorlog verliep en waarom deze oorlog ook wel de loopgravenoorlog werd genoemd.
Ik weet welke oorzaken en gevolgen had ten tijde van economische crisis van 1929.
- huiswerkcontrole
- telefoon voor quiz
- uitleg met lessonup
KGT: HB lezen blz 66 en 67. WB blz 93 t/m 96, maken opdr: 1, 2, 3, 4, 5, 
Kan ik antwoord geven op het doel?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik weet hoe de eerste oorlog verliep en waarom deze oorlog ook wel de loopgravenoorlog werd genoemd.
Ik weet welke oorzaken en gevolgen had ten tijde van economische crisis van 1929.
- huiswerkcontrole
- telefoon voor quiz
- uitleg met lessonup
KGT: HB lezen blz 66 en 67. WB blz 93 t/m 96, maken opdr: 1, 2, 3, 4, 5, 
Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je telefoon!
Een stukje herhaling in de vorm van een quiz.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
Nationalisme?
A
Liefde voor het leger
B
Liefde voor het eigen land
C
Liefde voor infrastructuur
D
Liefde voor een nieuwe tijd.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de directe aanleiding van De Eerste Wereldoorlog?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met het begrip:
wapenwedloop?
A
Wie de mooiste wapens heeft
B
Wie de duurste wapens heeft
C
Wie de beste en meeste wapens heeft
D
Wie de snelste renner is

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was een grote verandering in de 19e eeuw?
A
Het versturen van berichten door radiogolven
B
Vliegtuigen
C
De medici
D
Loopgraven

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer duurde de Eerste Wereldoorlog?
A
1910-1914
B
1914-1933
C
1918-1933
D
1914-1918

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geallieerden
Centralen
Bondgenoten in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap
Duitsland
Rusland
Frankrijk
Groot-Britannie
Oostenrijk-Hongarije

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstond er een loopgraven oorlog?
A
De aanval was veel sterker dan de verdediging door de technologische ontwikkelingen tijdens de Industriële Revolutie
B
De verdediging was veel sterker dan de aanval door de technologische ontwikkelingen tijdens de Industriële Revolutie
C
Zo werd er al honderd jaren oorlog gevoerd
D
Dat je van gelijkheid houdt.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Crisis in de wereld

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

1)kan je vertellen wat een economische crisis is. 
2) kan ik uitleggen wat de oorzaken zijn voor een economische crisis.
3) kan ik vertellen wat de economische crisis uit 1929 betekende voor Amerika, Nederland en Duitsland.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen dia. Wat gaan de leerlingen deze les leren? 
Maak hierin ook een onderscheid tussen RTTI.
Verslagen en vernederd
  • Duitsland kreeg alle schuld van de Eerste Wereldoorlog.
  • In Versailles (1919) worden er allemaal afspraken gemaakt over Duitsland. Deze afspraken komen te staan in het Verdrag van Versailles. 
  • Herstelbetalingen is een van deze afspraken.
  • Duitsland krijgt hulp van Amerika.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Versailles
  • officieel vrede getekend
  • Duitsland werd dus zwaar gestraft:                                                       1. Koloniën afstaan                                                                                           2. Herstelbetalingen aan Frankrijk, België en Engeland                 3. Duitse leger niet groter dan 100.000 soldaten      

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (1)
  • De duitse keizer (Wilhelm II) vluchtte. Duitsland werd een republiek.

  • Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (2)
  • Het vertrouwen in de republiek (democratie) is laag.

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici)

  • Heel veel armoede en honger

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even gaat het beter
  • Herstelbetalingen lag hoger dan er werd verdiend
  • VS  leenden geld om economie te verbeteren
  • In Duitsland ging het iets beter

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even gaat het beter

Als je iets koopt, mag je het bij sommige winkels later betalen. Dan koop je het op afbetaling. Of je leent geld van de bank. In de Verenigde Staten was dit rond 1929 heel normaal. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Amerika
  • Fabrieken te grote voorraden en dus minder produceren en dus minder arbeiders nodig

  • Mensen waren opeens hun geld en baan kwijt

  • Mensen konden lening niet meer terugbetalen aan de bank

  • De aandelenmarkt stortte in.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Amerika
Veel mensen in Amerika raakte hun baan kwijt. 
Mensen konden hierdoor hun leningen niet meer terug betalen aan de banken. De banken ging failliet.
Er ontstond een economische crisis.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Duitsland
Duitsland krijgt geen geld meer van Amerika. 
Armoede en werkloosheid groeit enorm in Duitsland.
Geld is niets meer waard.
Duitsers willen terug naar de tijd dat er één sterke leider was.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in Nederland
  • Nederland (en Duitsland) worden zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt bijna helemaal stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
Communisme = Alle macht en bezit gelijk verdelen, desnoods met geweld

In Rusland kwamen communisten aan de macht, pakten bedrijven af en vermoordden de tsaar. In Duitsland vonden veel mensen ook een goed aanpak.
Gevolg: gevechten tussen communisten en andere groepen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
KGT: 1) HB lezen blz 66 en 67
2) WB blz 93 t/m 96. Maken opdr: 
1 t/m 9
  
Klaar=zelfstandig nakijken


timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies