Tegenstellingen2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
- Je weet wat tegengestelden zijn. 
- Je kunt aan het eind van de les 11 woorden  gebruiken - 
1. In een tekst met tegengestelde beschrijven
 2. in een zin, 2. bij een plaatje 

Slide 3 - Tekstslide

Tegenstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Tegenstellingen

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Wat is de tegenstelling van duur?
A
klein
B
goedkoop
C
duurder
D
rijk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van rijk?
A
arm
B
lang
C
binnen
D
duur

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van licht?
(2 zijn goed)
A
laag
B
zwaar
C
donker
D
kapot

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van heel?
A
dicht
B
langzaam
C
kapot
D
lelijk

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van oost?
A
west
B
noord
C
zuid
D
oost

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van zuid?
A
west
B
oost
C
zuid
D
noord

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van vol?
A
laag
B
leeg
C
beneden
D
zwaar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van zacht?
A
hard
B
open
C
donker
D
aan

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van groot?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van binnen?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van vies?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Klaar?
Extra combineeropdracht van de docent.
Beschrijf de plaatjes.

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie
* Wat zie je ? Ken je het juiste woord?
* Wat vond je van de les?
* Hoe ging het samenwerken?
* Wat vond je leuk of minder leuk?

Slide 20 - Tekstslide