1HV 5.4 Schrijven en formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat leer je? 

Paragraaf 5.4 Schrijven en Formuleren 

> Instructie schrijven

> Signaalwoorden

Om te beginnen

Schrijf in jouw schrift op hoe je vanaf je plaats in de klas 

via de kortste route naar de hoofdingang van de school loopt.

Je hebt 

Noem voorbeelden van
een instructie

Wat is het tekstdoel van een instructie?

1. overtuigen
2. amuseren
3. activeren
4. informeren

Wat is een instructie dan voor tekstsoort?

1. een informerende tekst
2. een overtuigende tekst
3. een amuserende tekst
4. een activerende tekst

Met een schriftelijke instructie geef je informatie over 

hoe je iets moet doen.

Hoe schrijf je een instructie?

• Bedenkt een titel waarvoor de instructie bedoel is: Tomatensoep maken.

• Welke spullen heb je nodig?
• Schrijf in korte zinnen op wat er gedaan moet worden

• Gebruik de gebiedende wijs: Doe, pak, neem, loop, klik etc.
•  Zet de zinnen in de juiste volgorde

•  Gebruik tekeningen of plaatjes waar nodig

Blz. 92

Signaalwoorden een instructie

Met een signaalwoord verbind je twee zinnen of twee alinea's aan elkaar.

Bij een instructietekst gebruiken je deze signaalwoorden: eerst, ten eerste, om te beginnen, ten tweede, nu, dan, daarna, vervolgens, tot slot.

Je geeft dus een tijdsvolgorde aan!

Je kunt ook een instructie maken met nummers, bolletjes of streepjes.

Dan zijn de signaalwoorden minder belangrijk.

• Een tekening of foto werkt verhelderend.

Als je de boter gesmolten hebt, dan vet je de bakvorm in.
Wat zijn de signaalwoorden?

1. als
2. dan
3. de bakvorm
4. de boter

Eerst pak de boter,
daarna pak je de garde.
Wat zijn de signaalwoorden?

1. de boter, de garde
2. eerst
3. daarna
4. eerst, daarna

Ik snap hoe je een instructie schrijft en welke signaalwoorden ik daarbij kan gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Einde van de uitleg

. Maak opdracht 2 (instructieteksten)

. Maak opdracht 7 (signaalwoorden)