Havo 2 Ch. 2 H 29/11

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va exercer pour la répétition
  • On va faire des exercices
Le but de ce cours: Tu es prêt(e) pour la répétition!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!! 
Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va exercer pour la répétition
  • On va faire des exercices
Le but de ce cours: Tu es prêt(e) pour la répétition!

Slide 1 - Tekstslide

À l'école, tu prends TOUJOURS avec toi: (écris dans ton cahier)

  • Ton livre (attention: livre A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 2 - Tekstslide

Les règles de classe: 
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je wilt praten -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 3 - Tekstslide

Contrôle des devoirs
Bron H

On contrôle 30c, d

Slide 4 - Tekstslide

Vervoeg: Je ...... (travailler)
A
travailles
B
travaillons
C
travaille
D
travaillent

Slide 5 - Quizvraag

Vervoeg: 'Je travaille' betekent:
A
Ik werkte
B
Jij werkt
C
Ik heb gewerkt
D
Ik werk

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging
A
je donnes
B
je donnent
C
je donne
D
je donner

Slide 7 - Quizvraag

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 8 - Quizvraag

welke vervoeging is juist?
A
elle jouer à la console
B
tu cherches le chat
C
vous aller en ville
D
nous rigolez

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de stam van trouver?
A
Trouve
B
Trouv
C
Trouvez
D
Trouvent

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging?
A
Ils cherchent
B
Nous cherchent
C
Ils cherche
D
elle cherchent

Slide 11 - Quizvraag

Werkwoorden op -er: wat is de uitgang van de vous-vorm?
A
-ons
B
-es
C
-e
D
-ez

Slide 12 - Quizvraag

Julie et Manon ....... ensemble
A
Travaille
B
travaillons
C
travaillent
D
travaillez

Slide 13 - Quizvraag

écrire...
Quoi: décris ton copain/ta copine 
Comment: seul
Aide: Bronnen Ch. 2
Temps: 15 minutes
Prêt: fais slim stampen pour la répétition. 

Slide 14 - Tekstslide

écrire...
Omschrijf een lid van je familie

 (bv. naam, karakter, hobby's, familie, huis, kamer).
Maak hele zinnen!! 

gebruik een bijv. naamwoord en een werkwoord dat eindigt op -er.

Slide 15 - Tekstslide

H: Grammaire 
Werkwoorden -er

Bedenk een aantal werkwoorden die eindigen op -er + vertaal deze werkwoorden.

Slide 16 - Tekstslide

H: Grammaire 
On fait 31a ensemble
Quoi: fais ex 31c, d -> trop difficile? Essaye et après fais ex. 33a
Comment: seul
Aide: Bron H
Temps: 10 minutes
Prêt: fais ex. 33b, c  : aide: bronnen C & G

Slide 17 - Tekstslide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 18 - Tekstslide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 19 - Sleepvraag