UC BT1 les 3 symbolen spreekrecht adres hij-zij - Kris -V
1 / 51
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke dag is het vandaag?
Slide 5 - Open vraag
Welke dag is het morgen?
Slide 6 - Open vraag
Welke dag is het overmorgen?
Slide 7 - Open vraag
Welke dag was het gisteren?
Slide 8 - Open vraag
Welke dag was het eergisteren?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Welke maand is het nu?
Het is nu ............
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe gaat het?
A
goed
B
zo en zo
C
niet goed
D
prima
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Link
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Luister
A
14
B
40
C
41
D
04
Slide 20 - Quizvraag
Luister
A
16
B
51
C
50
D
15
Slide 21 - Quizvraag
Luister
A
90
B
19
C
91
D
18
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Link
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Link
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Link
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Link
Slide 43 - Tekstslide
Is deze les : moeilijk, zo en zo , gemakkelijk
A
moeilijk
B
zo en zo
C
gemakkelijk
