HV2 Taalverzorging H12-13-27-28 - kopie

HV2 Taalverzorging H12-13-27-28

Pak je laptop erbij!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

HV2 Taalverzorging H12-13-27-28

Pak je laptop erbij!

Slide 1 - Tekstslide

Het meervoud van: slechterik
A
slechteriken
B
slechterikken

Slide 2 - Quizvraag

Het meervoud van: treincoupé

Slide 3 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord: goed of fout?
goed
fout
De gouden koets
De goude koets
Het verwoestte huis
Het verwoeste huis
De polyesteren kano
De polyester kano

Slide 4 - Sleepvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Wat is de vergrotende trap van 'gaaf'?

Slide 5 - Open vraag

Samenstellingen: welke is juist?
A
meisjesstemmen
B
meisjestemmen

Slide 6 - Quizvraag

Maak hiervan een juiste samenstelling: komijn + kaas

Slide 7 - Open vraag

kleine + mensjes + route

Hoe zou je dit eigenlijk moeten schrijven?

Slide 8 - Open vraag

Typ deze zin over met de juiste leestekens en hoofdletters erbij:
s ochtends regende het keihard in roosendaal maar de brabantse leerlingen moesten toch naar school fietsen

Slide 9 - Open vraag

goed
fout
Jij bent echt te goed voor deze wereld.
Ik heb geen te goed meer van Kuario.

Slide 10 - Sleepvraag

Werkwoordspelling: welke is juist?
A
Wat is hier gebeurt?
B
Wat is hier gebeurd?

Slide 11 - Quizvraag

Werkwoordspelling: welke is juist?
A
Wat gebeurt hier?
B
Wat gebeurd hier?

Slide 12 - Quizvraag

Werkwoordspelling: vul in (tegenwoordige tijd).
Die regel ... (gelden) voor iedereen.

Slide 13 - Open vraag

Werkwoordspelling: vul in (verleden tijd).
Lieke en Rens ... (wachten) op de trein.

Slide 14 - Open vraag

Goed of fout geschreven?
goed
fout
gedatet
gemountainbiked
assistent-coach
Sinterklaascadeau
het verbrandde huis
September
het beantwoorde bericht
Instagram
sinterklaascadeau
categorieën
gedated
on-Nederlands
interimdirecteur
instagram

Slide 15 - Sleepvraag

Waar ga jij nog verder mee oefenen?
A
H12: meervouden + bijvoeglijk naamwoord
B
H27: werkwoordspelling
C
H13: samenstellingen
D
H28: hoofdletters + leestekens

Slide 16 - Quizvraag