Les 6 Kijk op Nederland

Les 6 
De gemeente
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6 
De gemeente

Slide 1 - Tekstslide

Aan welke woorden denk je? 

Slide 2 - Tekstslide

De gemeente
-De gemeente is deel van de overheid. 
-Een grote stad is meestal een gemeente. 
-Bijvoorbeeld: gemeente Purmerend, gemeente Edam-Volendam, gemeente Waterland. 
-Het gebouw van de gemeente heet het gemeentehuis.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Honden zijn hier...

Slide 5 - Open vraag

Een paspoort is...

Slide 6 - Open vraag

Gemeentehuis/stadhuis
- Document aanvragen
Paspoort/rijbewijs/identiteitskaart

- aangifte doen -> belangrijke informatie geven
bij geboorte, bij overlijden, bij huwelijk, bij verhuizing


Slide 7 - Tekstslide

Wat is aangifte doen?
A
betalen
B
een cadeau geven
C
iets aanvragen
D
belangrijke informatie geven

Slide 8 - Quizvraag

Waarvan doe je geen aangifte op het gemeentehuis?
A
diefstal
B
geboorte
C
overlijden
D
huwelijk

Slide 9 - Quizvraag

identiteitsbewijs
Op een identiteitsbewijs staat een foto van je gezicht (=pasfoto) en persoonlijke informatie. 
Je vingerafdruk zit in een chip in je paspoort of id-kaart

Welke informatie?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen identiteitsbewijs?
A
paspoort
B
ov-chipkaart
C
Nederlandse identiteitskaart
D
Nederlands verblijfsdocument

Slide 11 - Quizvraag

Met welke identiteitsbewijs mag je niet reizen buiten Nederland?
A
paspoort
B
rijbewijs
C
Nederlandse identiteitskaart
D
Nederlands verblijfsdocument

Slide 12 - Quizvraag

Belasting betalen
- betalen voor afval
- betalen voor een hond
- betalen voor een koophuis of bedrijf

Slide 13 - Tekstslide

Welke belasting betaal je niet aan de gemeente?
A
inkomstenbelasting
B
afvalstoffenheffing
C
onroerende- zaak-belasting (voor je huis)
D
hondenbelasting

Slide 14 - Quizvraag

Afval

Slide 15 - Woordweb

Wat betekent GFT?
A
groente- en fruitton
B
groen-, fun- en tuinafval
C
groente-, fruit- en tuinafval
D
gemeentelijk afval thuis

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Oud papier moet in de groencontainer.
B
Glas moet in de glasbak.
C
Restafval moet naar de milieustraat.
D
Klein chemisch afval moet in de grijze bak.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van klein chemisch afval?
A
aardappelschillen
B
een leeg melkpak
C
batterijen
D
een oude krant

Slide 18 - Quizvraag

Je hebt een oude kapotte koelkast die je niet meer gebruikt. Wat doe je?
A
Je zet de koelkast in de tuin.
B
Je zet de koelkast op straat.
C
Je maakt de koelkast kapot en gooit de stukken weg.
D
Je brengt de koelkast naar de milieustraat.

Slide 19 - Quizvraag

Waarvoor heb je toestemming nodig van de gemeente?
A
Om een buitenlamp op te hangen.
B
Voor een schotelantenne.
C
Om een garage te bouwen.
D
Om een kamer in te richten.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet een officieel document van de gemeente dat zegt dat je bijvoorbeeld een huis mag bouwen?
A
vergunning
B
verklaring
C
toestemming
D
aangifte

Slide 21 - Quizvraag

Waar kun je alle nieuwe vergunningen lezen?
A
in een brief
B
in een mail
C
in een huis-aan-huiskrant
D
in een dagblad

Slide 22 - Quizvraag

Wat is protesteren?
A
Zeggen dat je het niet eens bent met iets.
B
Zeggen dat je het wel eens bent met iets.
C
zeggen dat je iets niet weet.
D
Zeggen dat je iets wel weet.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen goede manier om te protesteren?
A
een bezwaar maken
B
de burgemeester bellen
C
een handtekeningenactie
D
een protestbrief schrijven

Slide 24 - Quizvraag