Les 20 (Week 51, 19/12 - Periode 2) - V2G/V2Z

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

• Ik kan de "passé compose" (vvt) herkennen en gebruiken (herhalen)
• Ik kan werkwoorden op –er herkennen en de juiste uitgang voor elke p.v gebruiken. (klas 1)

Le programme:

• Questions grammatica
• Voorbereiding PW Hoofstuk 2

jeudi 19 décembre

De passé composé van 'faire'

De passé composé van 'avoir'

De passé composé van 'être' 

fait

été

eu

Passé composé

U heeft gepraat. 

Maak de passé composé
Nous (passer) de bonnes vacances.

1. ai passé
2. avons passé
3. passé
4. passons

Maak de passé composé:
Elle (jouer) de la guitare

1. a joué
2. as jouer
3. ont jouer
4. joué

Maak de passé composé:
Ils (aller) en Espagne.

1. sont allés
2. ont allés
3. sont allées
4. sont allé

Een bijvoeglijk naamwoord....

1. zegt iets over een zelfstandig naamwoord
2. zegt iets over een werkwoord

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

1. La soupe est bonne
2. La soupe est bon
3. La soupe est bons
4. La soupe est bonnes

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Les filles sont petit.
2. Les filles sont petite.
3. Les filles sont petits.
4. Les filles sont petites.

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?

1. Le lit est grand.
2. Le lit est grande.
3. Le lit est grands.
4. Le lit est grandes.

Het regelmatig werkwoord: Wat moet je als eerst doen als je het werkwoord ziet

1. de laatste twee letters eraf halen
2. kijken naar het onderwerp en daarachter een letter doen

Werkwoorden op ER
Tu regard...

1. e
2. es
3. ons
4. ez

Werkwoorden op ER
Elles cherch...

1. e
2. es
3. ons
4. ent

Werkwoorden op ER
Nous trouv...

1. e
2. es
3. ons
4. ez

Oefen SO

1) Pak je schrift.

2) Schrijf eerste allee vragen  en daarna de vertaling.

3) Geef jezelf een cijfer: gebruik de website cijferberekening – 5,5 voldoende, 15 puten, 75% non-linear normering.

1 leter fout: -1/2 pt

1 accent fout: -1/4 pt

Voorbereiding Proefwerk Chapitre 2 

1) Ga naar Teams, jullie klas (FA) "algemeen" chat

2) Maak de opdrachten via de links

3) Klaar? Oefen met Verbuga/Talenwijzer.

D – Grammaire p.70-71: 16abcde

Prends ton livre p.70, un stylo en doe mee!

                      Lijst van bijvoeglijk naamwoorden: jeune, joli, beau, vieux, petit, gros, grand, long, nouveau, bon, mauvais, haut   

Dans ma chambre, il y a...

Vraag: Il y a quoi dans ta chambre?

- Dans ma chambre, il y a (ding 1)

et (ding 2).

 H - Grammaire : 33a p.87

1) Ga naar de Grande Lignes online methode.

2) Maak Hoofdstuk 2, Slimtampen, Vocabulaire A,B,E,F + Grammaire D,H + Phrases-clés C,G 

3) Klaar ? Oefen met Verbuga/Talentwijzer (werkwoorden op -er tegenwoordige tijd + passé composé)

Zelfstandig werk

1) Ga naar Vebruga of Talenwijzer.

2) Oefen de werkwoorden op -er en de werkwoorden op -er in de passé composé ( + faire, avoir, être).

Apprendre F p.89

Temps de travail individuel

Maak de oefen toets online via jouw online methode. Gebruik jouw oortjes/koptelefoon.

Klaar?

Opdr. 33ab p.49 / Leren voor de Repetitie.

Les devoirs pour Lundi 18 Décembre

• Alle Apprendres van hoofdstuk 2 + de passé composé met "être" en "avoir" herhalen.