In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets hoofdstuk 3 Chili
Slide 1 - Tekstslide
Instructie
Deze oefentoets bestaat uit 21 vragen en je kunt 37 punten halen.
Er zijn meerkeuzevragen, sleepvragen en open vragen.
Maak eerst de vragen zonder boek, maar kom je er niet uit, dan pak je het boek.
Slide 2 - Tekstslide
Iemand doet twee uitspraken: I Een aardbeving van 5 op de Schaal van Richter is tien keer zo zwaar als een aardbeving van op 4 op de Schaal van Richter. II Soms ontstaan aardbevingen en tsunami’s in Chili op hetzelfde moment, maar meestal niet.
A
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak I is onjuist
Uitspraak II is juist
Slide 3 - Quizvraag
Welke begrippen hebben te maken met aardbevingen in Chili
A
Convergentie, oud gebergte, subductie
B
Divergentie, jong gebergte, tsunami
C
Divergentie, oud gebergte, subductie
D
Convergentie, subductie, tsunami
Slide 4 - Quizvraag
Een seismisch gat is:
A
een groot gat voor de kust van Chile waar veel tsunami’s voorkomen.
B
een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen.
C
een gebied waar door de vele vulkanen veel seismische trillingen ontstaan.
D
de naam die in Chile wordt gegeven aan grote aardbevingen waarbij gaten in de grond ontstaan.
Slide 5 - Quizvraag
Waar ontstaan de meeste vulkanen op aarde?
A
bij convergentie van een oceanische en een continentale plaat
B
bij convergentie van twee continentale platen
C
bij divergentie van twee platen
D
midden op platen
Slide 6 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken: I Het hooggebergteklimaat komt in Chili zowel in het noorden als in het zuiden voor. II Het zuiden van Chili heeft een mediterraan klimaat door overheersende aanlandige winden. .
A
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak I is onjuist
Uitspraak II is juist
Slide 7 - Quizvraag
Welk klimaat komt niet voor in Chili?
A
Cf - zeeklimaat
B
Df - landklimaat
C
EH - hooggebergteklimaat
D
BW - Woestijnklimaat
Slide 8 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken: I Het eiland het verst weg van een hotspot is het oudste eiland van de hotspot-archipel. II Het voorkomen van hotspots in de Grote Oceaan is een van de verklaringen voor het ontstaan van warme zeestromen.
A
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak I is onjuist
Uitspraak II is juist
Slide 9 - Quizvraag
Bij aardrijkskunde kunnen we een land vanuit verschillende dimensies bestuderen. Vanuit welke dimensie kijken we naar Chili als het gaat over geboortecijfers en sterftecijfers?
A
Fysische dimensie
B
Sociaal-culturele dimensie
C
Politieke dimensie
D
Demografische dimensie
Slide 10 - Quizvraag
Stratovulkaan
Schildvulkaan
Stroperig magma
Effusief
Explosief
Vloeibaar magma
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Bij hotspots ontstaan meestal schildvulkanen.
2. Bij schildvulkanen kan ook sprake zijn van pyroclastische stromen
3. Een verstopte kraterpijp is een oorzaak van explosieve vulkaanuitbarstingen.
4. Metamorf gesteente ontstaat door vulkanisme.
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist
Juist
Juist
Juist
1
2
3
4
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. De Humboldstroom is een koude zeestroom.
2.Omdat Chili op het westelijk halfrond ligt, lopen zij 1 seizoen achter.
3. Tussen de 20° en 40° Z.B. ligt boven Chili een lagedrukgebied .
4. Door de aanlandige wind ontstaan stuwingsregens in Noord-Chili.
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Onjuist
Juist
Juist
Juist
Juist
1
2
3
4
Slide 13 - Sleepvraag
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming / plooiing
Aardbevingen
Slide 14 - Sleepvraag
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
Je houdt begrippen over
Gesteentesoort
Gesteentesoort
Stratovulkaan
Oceanische korst
Continentale korst
Trog
Mantel
Subductie
Basalt
Graniet
Opstijgend magma
Schildvulkaan
Marmer
lava
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de afbeelding naar het juiste klimaatgebied.
Slide 16 - Sleepvraag
Leg aan de hand van een klimaatfactor uit waarom de boomgrens in Andes niet overal op dezelfde hoogte liggen.
Slide 17 - Open vraag
Bekijk de afbeelding Leg uit hoe deze krater is ontstaat als gevolg van een uitbarsting. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 18 - Open vraag
Bij de evenaar valt meer neerslag dan bij de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. Leg het ontstaan van dit verschil in neerslag uit aan de hand van de overheersende luchtdruk bij de evenaar en de overheersende luchtdruk bij de keerkringen.
Slide 19 - Open vraag
Bekijk de afbeelding De Himalaya beïnvloedt de hoeveelheid neerslag in het gebied ten zuiden en het gebied ten noorden van dit gebergte. Beschrijf op welke wijze de Himalaya van invloed is op de hoeveelheid neerslag in het gebied ten zuiden en ten noorden van dit gebergte.
Slide 20 - Open vraag
Het eiland Hawaii maakt deel uit van een keten van eilanden midden in de Grote Oceaan. Deze keten van eilanden wordt de Hawaiirug genoemd. Beschrijf het ontstaan van deze keten van eilanden.
Slide 21 - Open vraag
Bekijk de afbeelding. Geef voor grafiek 1, 2 en 3 de bijbehorende afkorting van Köppen.