In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
Fabrikanten en arbeiders
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen deze les?
- Introductie hoofdstuk 5
- Paragraaf 5.2 uitleg
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen:
- Aan het eind van de les heb je een idee waar hoofdstuk 5 ' fabrikanten en arbeiders' over gaat.
- Aan het eind van de les weet je hoe de agrarische en de demografische revolutie de industriële revolutie mogelijk heeft gemaakt.
Slide 3 - Tekstslide
Waaraan denk je bij de term 'Industriële Revolutie'?
Slide 4 - Woordweb
Wat is een revolutie?
Een revolutie vindt plaats in een korte tijd en heeft enorme en onomkeerbare gevolgen.
De Industriële Revolutie ging niet in een korte tijd maar, had wel enorme en onomkeerbare gevolgen.
Slide 5 - Tekstslide
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Slide 6 - Tekstslide
Economische gevolgen:
Huisnijverheid wordt verdrongen door fabrieken
Enorme toename van producten
Prijzen van de producten dalen
Maatschappelijke/sociale gevolgen:
Voornaamste middel van bestaan: industrie
Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie
Uitgebreide vervoersmogelijkheden
Grotere inkomensverschillen
Slide 7 - Tekstslide
Werkomstandigheden
Saai en/of gevaarlijk werk
Lange dagen (14 uren)
Lage lonen
Geen rechten
Slide 8 - Tekstslide
Paragraaf 5.2
Agrarische en demografische revolutie
Deelvraag: Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?
Slide 9 - Tekstslide
Jethro Tull
Zoon van een edelsmid
Studeerde aan de universiteit van Oxford
Zwakke gezondheid dus rondreizen door Europa:
Tal van nieuwe ideeën en opvattingen
Slide 10 - Tekstslide
Terug in Engeland
Aan het werk op het landgoed van zijn ouders
Veel verspilling van o.a. zaden
Jethro bedacht een zaaimachine: die stopte netjes alle zaadjes in de grond. De opbrengst werd 8x zo groot!
Slide 11 - Tekstslide
Common fields
Ook voor andere werkzaamheden op de akkers kwamen er machines: alleen voordeel voor grote akkers.
Probleem: in Engeland waren er voor de boeren alleen maar kleine akkers op de open fields.
Meeste landbouwgrond was voor gezamelijk gebruik; verschillende boeren mochten daar hun vee later grazen voor gemeenschappelijk gebruik.
Het parlement wilde de common fields verkopen.
Slide 12 - Tekstslide
Verkopen van de common fields
Opgekocht door de adel.
Velden werden omheind --> enclosures.
Aangemoedigd door de enclosure acts, wetten die di mogelijk maakten.
3 miljoen van de 13 miljoen hectare werd een enclosure
Slide 13 - Tekstslide
Verbeteringen
-Wisselbouw --> steeds andere gewassen werden gezaaid op de grond, zodat de grond niet uitgeput raakte.
- Andere gewassen zoals aardappelen, mais en bonen.
- Gebruik gemaakt van de ijzeren ploeg
- Het paard werd als trekdier gebruikt.
Slide 14 - Tekstslide
Gevolgen van de argrarische revolutie
Meer en beter voedsel.
Minder landarbeiders nodig en kleine boeren moesten er mee stoppen.
De werkloosheid steeg op het platteland.
Deze mensen trokken naar de stad.
Slide 15 - Tekstslide
Demografische Revolutie
Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit.
1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg.
Meer kleding nodig--> gunstig voor de textielindustrie.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de opdrachten die horen bij 5.2
Bereid individueel een presentatie voor van minimaal 3 tot maximaal 5 minuten waarin je uitlegt hoe de landbouw en de samenleving in Engeland functioneerde VOOR de industriële revolutie en welke veranderingen er plaats vonden NA de industriële revolutie.