Week 24 Deel 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Maak een zin over je eigen leven waarin je een plaats (place) en een tijd (time) gebruikt. Denk aan de volgorde!

Wat komt er eerst in een zin: plaats of tijd?

1. Tijd
2. Plaats

What are we going to do today?

• Herhaling + words
• Plaats en tijd
• Werken in groepjes

At the end of the lesson:

You will have a better understanding of word order in English sentences

Wie-doet-wat-waar-wanneer

He had a drink at the pub last night

my / do / I / at home / homework / every day

to the cinema / we / want / tonight / to go

Translate the following sentence:
Ik heb gisteren een boek gelezen.

Paragraaf 3.2 Opdracht 7 t/m 9

Wat?	Gebruik de plaatsen (place) en tijden (time) van opdracht 7 om zinnen te maken over je eigen leven.
Hoe?	Schrijf drie volledige zinnen in het Engels.
Met wie?	Groepjes 2-3
Tijd?	10min
Hulp?	Steek je handje op in teams of chatbericht
Klaar?	Woordentrainer