Les 12 - Unidad 2

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programa

1. Reflexión Unidad 1
2.  Plan Unidad 2
3. Empezamos
4. Topo
5. Deberes

1. Wat vond je van de lessen tot nu toe?
2. Wat zou je anders willen zien?
3. Vond je de toets aansluiten bij de stof?

Wat is de docent opgevallen

1. Voca leren (!!!)
2.  Lezen, staat er bepaald of onbepaald lidwoord?
3. Schrijf het lidwoord op als het er ook staat (vragen = preguntar, de vraag = la pregunta)
4. ww llamarse altijd 2 antwoorden geven (me llamo, te llamas,..)
5. ...

Sleep het blauwe item naar het juiste woord.

la mochila

los lápices de color

la goma

las tijeras

el cuaderno

los libros

el sacapuntas

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot

ocho

once

quince

trece

cuatro

nueve

veinte

dieciocho

el

la 

chico

casa

naranja

manzana

amigo

piscina

jamón

presentador

+S

+ES

mujer

auto

realidad

canción

manzana

cuaderno

jugo

señor

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 

Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. 

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

ik

jij

María y Pepe

zij (mv)

u 

wij

hij

jullie

zij

mi hermano y yo

u (mv)

Isabel y tú

Juan

la profe de español

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!

(ik ben)

zij is

hij is

wij zijn

jij bent

jullie zijn

u bent

zij zijn

nosotros somos

yo soy

él es

ellos-ellas - ustedes son

ella es

vosotros sois

tú eres

usted es

Sleep het antwoord naar de juiste plek!

C.  Yo y Carlos..............estudiantes.

A. Yo............de México.

B. Carlos...........mi amigo.

E. Tú.....holandesa.

D. Ustedes..........de Holanda.

F. Vosotros.........amigos, ¿verdad?

G. Ella.......la profesora de español.

soy

es

sois

eres

son

somos

es

llamas

llamáis

llaman

llamo

llamamos

llama

nos

me

se

os

te

se

En jij?

Ik ben

Hoe heet u?

Ik heet

En u?

Hoe heet jij?

¿Cómo te llamas?

¿Y usted?

Me llamo

¿Y tú?

¿Cómo se llama?

Yo soy

¿Cómo se llama?

¿Y tú?

Yo soy

Me llamo

¿Y usted?

¿Cómo te llamas?

En u?

Ik heet

Ik ben

Hoe heet u?

Hoe heet jij?

En jij?

Unidad 2

Formatief SO voca 

Voca Unidad 1 NL-SP 1-90 + Voca Unidad 2 NL-SP 1-90

Summatief PW voca & gram --> in de toetsweek

Voca Unidad 1 NL-SP 1-90 

Voca Unidad 2 NL-SP 1-90

Ser

Llamarse

Persoonlijke voornaamwoorden

Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)

Meervoudsregel

Getallen tot 100 NL-SP

Jezelf voorstellen

Aanwijzend voornaamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Página 21

Vocabulario

Klassikaal

Página 22, ej 3

In 2tallen

Página 22, ej 1 + 2                      KLAAR? Door naar volgende slide(s)

Topo

- Er zijn 20 landen waar Spaans gesproken wordt. 

- Spaans is de 2e (!!!) wereldtaal, Mandarijn staat op 1 en Engels op 3. 

- In Equatoriaal Guinea (Afrika) wordt ook Spaans gesproken.

Leer de Spaanstalige landen + hoofdsteden kennen via Topomania.

Quizlet 

Voca Unidad 2

Deberes

Estudiar (=leren):

Unidad 2, Voca NL-SP 1-10