Par 1+2 - Het zenuwstelsel, zenuwcellen en zenuwen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom!

Zitten op je eigen plek

Telefoon op stil en in je tas

Boek+schrift/chromebook op tafel

Planning

Vandaag: paragraaf 2 + 3(B)/4(K)

Morgen: Uitleg paragraaf 3(K); Basis maakt opdrachten af

Thema 8/9 - Regeling

Regeling

KB

8.1 - Het zenuwstelsel

8.2 - Zenuwcellen en zenuwen

8.3 - Het ruggenmerg

8.4 - De hersenen

8.5 - De weg die impulsen afleggen

8.6 - Het hormoonstelsel

BB

8.1 - Het zenuwstelsel

8.2 - Zenuwcellen en zenuwen

8.3 - De hersenen

8.4 - Beïnvloeding van het zenuwstelsel

8.5 - Bewuste reacties en reflexen

8.6 - Het hormoonstelsel

Paragraaf 1 - Het zenuwstelsel

Paragraaf 2 - Zenuwcellen en zenuwen

Blz 104 (B) / 114 (K) 

Doelen van deze les

Je kunt de delen en functies van het zenuwstelsel noemen (BK)

Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven (K)

Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen (bk)

Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken (K)

Je kunt omschrijven wat een zenuw is (B) en je kunt drie typen zenuwen noemen met kenmerken (K)

Reageren, waarom?

Waarop reageert je lichaam?

Welk orgaanstelsel wordt daarbij gebruikt?

Hoe heten de cellen die berichten in je lichaam doorgeven?

Welke stoffen kunnen ook berichten doorgeven?

Verschil in prikkels

• Een prikkel van buiten  het lichaam, noem je een uitwendige prikkel.
• Een prikkel van binnen uit het lichaam, noem je een inwendige prikkel.
• Op een prikkel volgt niet altijd hetzelfde gedrag.

Zenuwstelsel

Het centrale zenuwstelsel en de zenuwen vormen samen het zenuwstelsel.

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit: 

-Grote hersenen

-kleine hersenen

-Hersenstam

-Ruggenmerg

Werking zenuwstelsel

Prikkels zijn berichten van buiten het lichaam

Impulsen zijn elektrische signalen

Prikkels van buiten -->

Impulsen lopen over de zenuwen

Aan het werk

Maken: opdrachten paragraaf 1

Lezen: paragraaf 2

Doelen van deze les

Je kunt de delen en functies van het zenuwstelsel noemen (BK)

Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven (K)

Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen (bk)

Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken (K)

Je kunt omschrijven wat een zenuw is (B) en je kunt drie typen zenuwen noemen met kenmerken (K)

zenuwcel met korte uitlopers

zenuwcel met lange uitlopers

Zenuwcellen herkennen

 ligging en functies van typen zenuwcellen:

• schakelcel 
  
• gevoelszenuwcel
  
• bewegingszenuwcel
  

In één zenuw zitten heel veel zenuwcellen

• Gevoelszenuw (Alleen gevoelszenuwcellen)
• Bewegingszenuw (Alleen bewegingszenuwcellen)
• Gemengde zenuw (Zowel gevoelszenuwcellen als bewegingszenuwcellen)
  

Bouw van zenuw

Zenuwen met elkaar verbonden

In veel zenuwen berichten in twee richtingen:

- Van zintuig naar centrale zenuwstelsel

- Van centrale zenuwstelsel naar spier of klier

Zenuwcellen

Er zijn drie verschillende type zenuwcellen:

• Gevoelszenuwcel
• Bewegingszenuwcel
• Schakelcel

Typen zenuwcellen 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 typen zenuwcellen:

1. Gevoelszenuwcellen
2. Schakelcellen 
3. Bewegingszenuwcellen

uitloper

uitloper

Vragen?

Aan het werk

Maken: Alle opdrachten paragraaf 1+2

(tot einde blok)

Straks: Ruggenmerg en hersenen