oefenen klas 1 hoofdstuk 1 en 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

oefenen!

5. secundaire bronnen zijn:

1. geschreven bronnen
2. bronnen die anderen gevonden hebben
3. uit de tijd zelf/ van de persoon zelf
4. uit andere tijden/door tussenpersonen bewerkt.

Wat is een voorbeeld van een secundaire bron?

1. Een geschiedenisboek
2. Een kleitablet met spijkerschrift erop
3. Een schilderij uit de Gouden Eeuw
4. Een aflevering van het klokhuis

4. Het tegenovergestelde van de prehistorie is de historie. Welke bronnen kom je tegen in de historie?

1. Alleen ongeschreven bronnen
2. Alleen geschreven bronnen
3. Beide soorten bronnen
4. Geen bronnen

Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een kenmerkend aspect?

Wat is GEEN cultuur?

1. Wat je eet
2. Je geloof
3. Je haarkleur
4. Je kleding

Landbouwrevolutie

1. De verandering van jager-verzamelen naar landbouw
2. Mensen wonen in dorpen en leven van landbouw
3. Planten verbouwen en dieren fokken
4. spullen, producten

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?

1. De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
2. Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
3. Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
4. Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Welke middelen van bestaan
hadden de mensen
tijdens de Landbouwrevolutie?

1. Jagen en verzamelen
2. Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
3. Akkerbouw en veeteelt
4. Verzamelen, akkerbouw en veeteelt

Wat is continuïteit?

Noem twee verschillen tussen Jagers-verzamelaars en boeren.

Waarom was het oude Egypte een 'geschenk van de Nijl'?
(twee antwoorden)

1. De Nijl is de langste rivier ter wereld
2. Door de Nijl konden er planten groeien
3. Door de Nijl bleef de grond vruchtbaar
4. De Nijl was heilig voor de oude Egyptenaren

De opbloei van de handel was een ...... van de uitvinding van de irrigatielandbouw.

1. oorzaak
2. gevolg

Waarom is het schrift ontwikkeld?

1. Om belasting bij te houden
2. Om de irrigatielandbouw goed te kunnen regelen
3. Het bijhouden van administratie
4. De Egyptenaren wilden eigenlijk gewoon alles bijhouden

Waarom werd het schrift uitgevonden? Wat klopt niet?

1. De koning wilde wetten vastleggen en bekend maken bij de bevolking.
2. Mensen gingen contracten sluiten. Die informatie moest bewaard worden.
3. Belastingen moesten opgehaald worden en vastgelegd wie betaald had.
4. De koning wilde beroemd worden/ bekend zijn bij het nageslacht.( propaganda)