G5BE - Fin & Verslaggeving H3

Bedrijfseconomie G5
Fin. & Verslaggeving H3
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie G5
Fin. & Verslaggeving H3

Slide 1 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?

Slide 2 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
Hoe gaan we dat doen, ik hier, jullie daar?! 

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Ik verwacht dat je camera werkt en dat je ook oordopes/headsetje hebt. 

Ik zal veelal LessonUp gebruiken, in combinatie met ZOOM (1 klassikaal met iedereen, 1 voor aparte uitleg/overleg). Standaard regel bij deelname: camera aan, geluid aan (oordopjes/headset), microfoon uit. 

Maak van je hart geen moordkuil, niet blij? Voel je vrij dit met me te bespreken: w.vanderkamp@cgu.nl 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
H3 Fin. & Verslaggeving
en verder



Spoorboekje

  • Introductie
  • Businessplan 4 juni deadline
  • SE 30 juni 





timer
40:00

Slide 4 - Tekstslide

Businessplan
Inleveren datum iets naar achter geschoven: 4 juni

 



timer
30:00

Slide 5 - Tekstslide

Planning
Ga in LearnBeat aan de slag met H3 F&V.


timer
30:00

Slide 6 - Tekstslide

Planning
Ga in LearnBeat aan de slag met H3 F&V.


timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Eigen vermogen van een NV
- 1. Geplaatst aandelenkapitaal
- 2. Reserves
       - Agio
       - Herwaarderingsreserve
       - Algemene reserve
       - Statutaire reserve
- 3. Onverdeelde winst
 
Ook wel intrinsieke waarde

Slide 8 - Tekstslide

Eigen vermogen van een NV
- 1. Geplaatst aandelenkapitaal
- 2. Reserves
       - Agio
       - Herwaarderingsreserve
       - Algemene reserve
       - Statutaire reserve
- 3. Onverdeelde winst na vennootschapsbelasting

 

Slide 9 - Tekstslide

Herwaarderingsreserve
Ontstaat door de herwaardering van vaste activa

Slide 10 - Tekstslide

Agio reserve
Ontstaat bij de plaatsing van aandelen, als de emissiekoers afwijkt van de nominale waarde.

Emissiekoers = Nominale waarde + Agio

Slide 11 - Tekstslide

Herwaarderingsreserve
Ontstaat door de herwaardering van vaste activa
bijv. gebouw blijkt 150.000 eu meer waard dan op de balans.  

Slide 12 - Tekstslide

Herwaarderingsreserve
Ontstaat door de herwaardering van vaste activa
Gebouw + 150.000 
Herwaarderingsreserve + 150.000

Slide 13 - Tekstslide

Algemene reserve
Ontstaat door winst uit het verleden die niet uitgekeerd is of bijvoorbeeld financiële meevallers. 

Slide 14 - Tekstslide

Statutaire reserves
Een reserve die het bedrijf volgens hun statuten altijd moet aanhouden. 

Slide 15 - Tekstslide

Winstverdeling

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Plaatsing aandelen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

dividend neem je van geplaatst aandelenvermogen
Er zal in totaal 0,05 x €10.000 = €500 dividend uitgekeerd worden. Daarvan is €250 euro stock en €250 cash. Natuurlijk is de belastingdienst ook geïnteresseerd in een deel en daar komt de dividendbelasting om de hoek. 

Slide 23 - Tekstslide

Het uitgeven van aandelen
Bekend maken dat je nieuwe aandelen gaat uitgeven.  
In de Prospectus staat:
  • Het doel van de emissie
  • een overzicht van de resultaten van afgelopen jaren
  • winstverdeling
  • de verwachte emissiekoers
  • de plaatsings- en betaaldatum

Slide 24 - Tekstslide

Agio reserve
  • Als je aandelen voor meer verkoopt dan de nominale waarde neemt de Agioreserve (credit op de balans) toe.

Slide 25 - Tekstslide

Pari
De Emissiekoers is:

  • A pari --> Gelijk aan de nominale waarde
  • Boven pari --> Boven de nominale waarde (agio)
  • Beneden pari --> Onder de nominale waarde (zeldzaam)

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Beco nv gaat 1.000.000 aandelen met een nominale waarde van € 10,- verkopen voor € 14,-.
Het agio per aandeel is € 4,-
Ze ontvangen hiervoor: 1.000.000 x €14 = € 14.000.000
Het geplaatst aandelenkapitaal neemt toe met: 
1.000.000 x €10 = €10.000.000
De agioreserve neemt toe met 1.000.000 x €4 = € 4.000.000

Slide 27 - Tekstslide

Wat was de nominale waarde van een aandeel ookal weer?

Slide 28 - Open vraag

Aandelen
Een aandeel is een bewijs van deelname in het Eigen Vermogen van een BV of NV.

Nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat. Dit is meestal niet wat je betaalt.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe ontstaat een agioreserve?

Slide 30 - Open vraag

Een nv wil €2 miljoen euro binnen krijgen via een aandelen emissie. De nominale waarde van een aandeel is €30,- en de agio is €20,-. Hoeveel aandelen moet de nv verkopen?
A
66.667
B
200.000
C
40.000
D
100.000

Slide 31 - Quizvraag

Lilac NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen de koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Hoeveel euro ontvang Lilac NV?
A
€400.000
B
€1.000.000
C
€1.400.000

Slide 32 - Quizvraag

Lilac NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen de koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Met hoeveel euro neemt het aandelen kapitaal toe?
A
€1 miljoen
B
€4 miljoen
C
€10 miljoen
D
€14 miljoen

Slide 33 - Quizvraag

Aandelen uitgeven
Tegen welke koers?

A pari
emissiekoers 
=
nominale waarde

Slide 34 - Tekstslide

Aandelen uitgeven
Tegen welke koers?

A pari
Beneden pari
emissiekoers 
=
nominale waarde
emissiekoers
<
nominale waarde

Slide 35 - Tekstslide

Aandelen uitgeven
Tegen welke koers?

A pari
Boven pari
Beneden pari
emissiekoers 
=
nominale waarde
emissiekoers
>
nominale waarde
emissiekoers
<
nominale waarde
Verschil = agio

Slide 36 - Tekstslide

Aandelenkapitaal

Slide 37 - Tekstslide

Hoe kan je aan aandelen verdienen?
* Dividend (winstuitkering voor aandeelhouders)
* Koerswinst (kan ook verlies zijn!)

Dividendrendement:   Dividend      x 100%
                                     Beurskoers
Koersrendement:       Verkoopprijs - inkoopprijs    x 100%
                                            inkoopprijs
Aandelenrendement: beide optellen

Slide 38 - Tekstslide

Voor u gelezen
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Voorzieningen 
  • Een voorziening wordt gevormd om aan een toekomstige verplichting, waarvan de omvang en het tijdstip niet bekend zijn, te kunnen voldoen. De hoogte van de verplichting wordt in redelijkheid ingeschat. 
  • Een voorziening wordt gevormd om de kosten (gelijkmatig) te spreiden
    over de verschillende perioden.
  • Indeling voorziening: vreemd vermogen.
  • Voorbeelden: garantievoorziening en voorziening onderhoud, pensioenvoorziening. 

Slide 40 - Tekstslide