G6 Implicatie of equivalentie

G6 Gelijkheden wb pag. 108
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

G6 Gelijkheden wb pag. 108

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een driehoek is gelijkzijdig => een driehoek is gelijkbenig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een driehoek is gelijkbenig => een driehoek is gelijkzijdig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag


A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag


A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het is vandaag zaterdag. _____
Het is weekend.
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Een getal is deelbaar door 3 _____
het getal is oneven.
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Een driehoek heeft een hoek van 90°
_____ het is een rechthoekige driehoek.
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Een driehoek is gelijkzijdig _____
de driehoek is gelijkbenig.
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Een driehoek heeft twee gelijke basishoeken _____ de driehoek is gelijkbenig.
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

In een vierhoek staan de diagonalen loodrecht op elkaar ____ de vierhoek is een parallellogram.
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

In een vierhoek staan de diagonalen loodrecht op elkaar ____ de vierhoek is een ruit.
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Een vierhoek is een parallellogram ____ de overstaande zijden van de vierhoek zijn gelijk.
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

x² = 4 ____ x = 2
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Een getal is een geheel getal ____ een getal is een natuurlijk getal.
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Een getal is een natuurlijk getal ____
het getal is een element van Q.
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

a > 10 ____ a > 20
b < 12 ____ 12 > b

Slide 19 - Sleepvraag

a < 5 ____ a < 7
x < 8 ____ 8 > x
a = b ____ b = a

Slide 20 - Sleepvraag