Proefwerk H3 Grenzen en identiteit

Klik                 om de toets te starten.
Mavo 3 / TL3
Repetitie H3 Grenzen en identiteit
volgende
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klik                 om de toets te starten.
Mavo 3 / TL3
Repetitie H3 Grenzen en identiteit
volgende

Slide 1 - Tekstslide

Welk begrip past bij de omschrijving ‘een begrensd gebied met gemeenschappelijke kenmerken’?

Slide 2 - Open vraag

Lees bron 1. Noem twee grenzen die Aron wekelijks passeert.

Slide 3 - Open vraag

Lees bron 1.
Zijn de grenzen die Aron wekelijks passeert gesloten of open grenzen?


A
Gesloten grenzen
B
Open grenzen

Slide 4 - Quizvraag

Geef de omschrijving van het begrip ‘identiteit’.

Slide 5 - Open vraag

Welk van de volgende woorden heeft te maken met insluiting?
A
Acceptatie
B
Discriminatie
C
Groepscode
D
Kledingvoorschrift

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen cultuur en identiteit?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen lokalisme en regionalisme?

Slide 8 - Open vraag

Kies het juiste antwoord.
Het spreken van dialect hoort niet bij...
A
Chauvinisme
B
Lokalisme
C
Regionale identiteit
D
Regionalisme

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik bron 2.
Verklaar vanuit de ligging van Sicilië dat het voor de hand ligt dat Sicilië een autonome regio is.

Slide 10 - Open vraag

Als Sicilië zonder bemoeienis van Italië verder gaat, dan heet dat:
A
Etniciteit
B
Regionalisme
C
Soevereiniteit
D
Zelfstandigheid

Slide 11 - Quizvraag

Welke organisatie bemiddelt in een territoriaal conflict, als de strijdende partijen er samen niet uitkomen?
A
De Europese Unie
B
De Verenigde Naties
C
De Verenigde Staten
D
Het Rode Kruis

Slide 12 - Quizvraag

Welke hulp biedt de internationale gemeenschap niet bij een territoriaal conflict?
A
Bemiddeling
B
Blauwhelmen
C
Voedselhulp
D
Wapens

Slide 13 - Quizvraag

Om welke reden(en) identificeren Nederlanders zich met het koningshuis?
A
Vanwege de betrokkenheid van het koningshuis bij de Nederlanders
B
Vanwege de rol van het koningshuis bij handelsmissies
C
Vanwege de verschillende nationaliteiten in het koningshuis
D
Vanwege de wetten die het koningshuis maakt

Slide 14 - Quizvraag

Leg uit hoe een verhuizing invloed kan hebben op jouw identiteit.

Slide 15 - Open vraag

Welk van de onderstaande omschrijvingen hoort bij chauvinisme?
A
Het dragen van klederdracht
B
Het spreken van dialect
C
Het zingen van een lokaal volkslied
D
Het zingen van het nationale volkslied

Slide 16 - Quizvraag

Welke uitspraak over grenzen is juist?
A
Gesloten grenzen zijn altijd onzichtbare grenzen.
B
Gesloten grenzen zijn altijd zichtbare grenzen.
C
Kunstmatige grenzen zijn altijd zichtbare grenzen.
D
Natuurlijke grenzen zijn altijd onzichtbare grenzen.

Slide 17 - Quizvraag

Gebruik bron 1.
Welk soort grens herken je in bron 1 tussen Nederland en Duitsland?
A
een kunstmatige, open grens
B
een onzichtbare, gesloten grens
C
een open, natuurlijke grens
D
zichtbare, gesloten grens

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de omschrijving ‘kenmerken die een groep onderscheiden van andere groepen’?

Slide 19 - Open vraag

Lees bron 2.
Welk begrip past het best bij de uitspraak van mevrouw Beyer?


A
Cultuur
B
Identiteit
C
Insluiting
D
Uitsluiting

Slide 20 - Quizvraag

Welke van de volgende gebieden is soeverein?
A
Aruba
B
Curaçao
C
Sint Maarten
D
Suriname

Slide 21 - Quizvraag

Noem twee kenmerken van een soevereine staat.

Slide 22 - Open vraag

Bekijk het figuur hiernaast. Het lichtgrijs gemaakte deel van Oekraïne. Welke tekst past het beste bij deze kaart?
A
Rusland heeft veel problemen met het separatisme van de republieken.
B
De vreemdelingenhaat in het oosten van Oekraïne zorgt voor veel problemen.
C
De etnische minderheden in het oosten van Oekraïne willen een eigen staat.
D
De opstandelingen in het oosten van Oekraïne willen een nauwere band met Rusland.

Slide 23 - Quizvraag

Almaz is als vluchteling uit Eritrea (Afrika) naar Nederland gekomen. Welke uitspraak is juist?
A
Door het Verdrag van Schengen kon Almaz nadat ze Italië binnen was gekomen, makkelijk doorreizen naar Nederland.
B
Als vluchteling krijg je meteen de Nederlandse nationaliteit. Almaz mag meedoen aan de verkiezingen.
C
Omdat ze christen is, heeft Almaz dezelfde identiteit als haar Nederlandse buren.
D
Door de Randstedelijke mentaliteit voelde Almaz zich niet buitengesloten toen ze in het westen van Nederland ging wonen.

Slide 24 - Quizvraag

Lees de volgende uitspraken. Welke uitspraken zijn juist? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Nederland is een soeverein land.
B
In Nederland hebben alle mensen dezelfde cultuur en identiteit.
C
Nederland heeft 12 provincies die elk een eenheidsstaat zijn.
D
Door het lokalisme kunnen nieuwe bewoners zich buitengesloten voelen.

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk de figuur hiernaast. Waarom mag Nederland binnen de 12-zeemijlzone windparken aanleggen voor de kust van Noord-Holland?
A
De 12-mijlszone vormt een harde en kunstmatige grens tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
B
De Noordzee vormt de natuurlijke landsgrens tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
C
Dit deel van de Noordzee ligt binnen de territoriale wateren van Nederland.
D
Omdat de inwoners van het Verenigd Koninkrijk na inspraak het bestemmingsplan hebben aangepast.

Slide 26 - Quizvraag

Nederland maakt afspraken over het gebruik van de spoorlijn Luik-Maastricht-Aken met België. Welke uitspraak past het beste bij deze afspraken?
A
De spoorlijn passeert de taalgrens en de Grensmaas. De gemeenten werken samen in de Euregio over het gebruik van deze spoorlijn.
B
Er komen problemen omdat de spoorlijn de rivier de Maas moet passeren. Dat is een harde, natuurlijke grens met België.
C
Deze spoorlijn wordt de IJzeren Rijn genoemd. Omdat het door Belgische enclaves loopt zijn er geen problemen over het traject.
D
De spoorlijn loopt door drie Belgische gewesten en taalgemeenschappen. Het overleg verloopt daardoor moeizaam.

Slide 27 - Quizvraag

Bekijk de gegevens van Estland en Letland in de figuur hiernaast. Veel inwoners hebben Russisch als moedertaal. Welk begrip hoort hier bij?
A
Seperatisme
B
Volkenverrijking
C
Russificatie
D
Communisme

Slide 28 - Quizvraag