B/K1 H4. par 4.1 eenheden en omtrek

Aan het einde van deze les...
... weet je de eenheden van lengte.
... weet je hoe je de omtrek moet berekenen
... weet je wat de engelse eenheden van lengte zijn
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van deze les...
... weet je de eenheden van lengte.
... weet je hoe je de omtrek moet berekenen
... weet je wat de engelse eenheden van lengte zijn

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis activeren
  • Verschil tussen grootheden en eenheden.
  • Vermenigvuldigen en delen met 10, 100, 1000 enz. 
 Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden
Grootheden zijn dingen die je kunt meten. 
Lengte, graden, tijd of snelheid

En in eenheden meten we de grootheden. 
Centimeter, celcius, uren, en km/u 


Slide 3 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden
ijsdikte in cm
Grootheid
Eenheid

Slide 4 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden
Tijd in dagen
Grootheid
Eenheid

Slide 5 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden
Leeftijd in jaren 
Grootheid
Eenheid

Slide 6 - Tekstslide

Grootheden & Eenheden
Lengte in cm
Grootheid
Eenheid

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de Eenheid in deze zin:
Het gewicht van dat stuk vlees is 200 gram
A
Gewicht
B
Gram
C
200
D
Stuk vlees

Slide 8 - Quizvraag

Wat is hier de eenheid?
afstand in centimeters
A
Afstand
B
Centimeters

Slide 9 - Quizvraag

Wat is hier de grootheid?
tijd in dagen
A
tijd
B
dagen

Slide 10 - Quizvraag

Gewicht



Tijd


Lengte
kg
dam
hm
cg
Jaar
Minuten
Seconde
hg
m

Slide 11 - Sleepvraag

3,4 x 100
A
3,4
B
34
C
340
D
3400

Slide 12 - Quizvraag

26 : 10=
A
0,026
B
0,26
C
2,6
D
26

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het ezelsbruggetje voor de eenheden van lengte?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Wat is omtrek
Doel:
Ik weet wat ik moet doen als ik de omtrek moet uitrekenen.

Slide 40 - Tekstslide

Het woord omtrek zegt eigenlijk al wat het is.
Je gaat om het figuur heen meten.
Bijvoorbeeld de omtrek van een boom.

Slide 41 - Tekstslide

Omtrek uitleg

De omtrek is de afmeting eromheen.
De omtrek is belangrijk om te weten als je bijvoorbeeld een hek rondom je tuin wilt of als je prikkeldraad wilt langs je huis.

Je berekend de omtrek door alle zijdes bij elkaar op te tellen

Vergeet niet de berekening en de eenheid (cm, m, ...) er bij te zetten

Slide 42 - Tekstslide

De omtrek uitrekenen

De omtrek uitrekenen doe je op verschillende manieren.
Het ligt aan het figuur waarvan je de oppervlakte wilt berekenen.
In deze les gaat het over figuren met aleen maar rechte zijden

We beginnen met de rechthoek



Slide 43 - Tekstslide

Er zijn ook andere figuren:
 
Driehoek:
omtrek driehoek = 4 + 3 + 4
                                = 15 cm

Een vierhoek:
(Ik begin bij A)
omtrek figuur ABCD  = 3 + 4 + 5 + 2 
                                        = 15 cm

Slide 44 - Tekstslide

Bereken de omtrek
A
40
B
42
C
44
D
15

Slide 45 - Quizvraag

Stel: Je rent twee rondjes om
het voetbalveld, hoeveel meter
heb je dan gelopen?
A
164 m
B
328 m
C
656 m
D
228 m

Slide 46 - Quizvraag

Lesdoelen:
Ik weet de eenheden van lengte
Ik weet het verschil tussen grootheden en eenheden
Ik weet hoe ik de omtrek bereken

Slide 47 - Sleepvraag