2M2: H3-VK

Programma

  • Voorkennis H3: Oppervlakte
  • Opgaven maken 
Programma
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • Voorkennis H3: Oppervlakte
  • Opgaven maken 
Programma

Slide 1 - Tekstslide

klas 2A
werken met mevr Meesters
werken met mevr de Nekker
Alkan
Teun
Sophie
Roos
Jill

Slide 2 - Tekstslide

 over de toets en het huiswerk
Helemaal andere lesstof:
dus nieuwe kansen 
om een goed cijfer te halen

Slide 3 - Tekstslide

 Leerdoelen
Deze les leer je:
  1. oppervlakte uitrekenen: figuur & driehoek
  2. hoe je de omtrek van een figuur uitrekent

Slide 4 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
1 cm
1 cm

Slide 5 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
4 cm
3 cm
Oppervlakte rechthoek = lengte x breedte

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het oppervlakte van
één groen blokje?
A
1 vierkante centimeter
B
1 vierkante milimeter
C
1 vierkante decimeter

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het oppervlakte van
het hele groene figuur?
A
3 vierkante centimeter
B
4 vierkante centimeter
C
5 vierkante centimeter
D
9 vierkante centimeter

Slide 8 - Quizvraag

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Oppervlakte driehoek = 
0,5 x zijde x bijbehorende hoogte

Slide 9 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden

Slide 10 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Zie je dat
de zijde en de hoogte altijd loodrecht op elkaar staan?

Slide 11 - Tekstslide

Welke zijde en hoogte
horen bij elkaar?
A
DE en DF
B
DF en DG
C
EF en DG
D
DE en DG

Slide 12 - Quizvraag

Hoe groot is de
oppervlakte?
A
0,5 x 26 x 24 = 312 vierkante mm
B
0,5 x 26 x 30 = 390 vierkante mm
C
0,5 x 28 x 30 = 420 vierkante mm
D
0,5 x 28 x 24 = 336 vierkante mm

Slide 13 - Quizvraag

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Omtrek = 
alle zijden bij elkaar opgeteld
(dus alle randen plus elkaar)

Slide 14 - Tekstslide

Hoe groot is de
omtrek?
A
26 + 30 + 28 = 84 mm
B
26 + 30 + 28 + 24 = 108 mm
C
26 + 24 + 28 = 78 mm
D
24 + 30 + 28 = 82 mm

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de eenheid
bij omtrek?
A
mm
B
vierkante mm

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de eenheid
bij oppervlakte?
A
mm
B
vierkante mm

Slide 17 - Quizvraag

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Let bij alle opgaven op de eenheid!  bijvoorbeeld cm of 
cm2

Slide 18 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden

Slide 19 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Hoeveel           is  3        ?
dm2
m2

Slide 20 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Hoeveel           is  3        ?
dm2
m2
300
m2

Slide 21 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Hoeveel           is  400             ?
dm2
cm2

Slide 22 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Hoeveel           is  400             ?
dm2
cm2
4
dm2

Slide 23 - Tekstslide

 voorkennis: oppervlakte-eenheden
Heeft iemand vragen over de uitleg?

Slide 24 - Tekstslide

Hoe goed snapte jij deze les?
110

Slide 25 - Poll

Opgaven maken
voorkennis van H3:

(bladzijde 100)

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende les:
verder met oppervlaktes driehoeken

Slide 27 - Tekstslide