Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kapitel 4
Anfang
K4
Tiere
2HAVO
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Anfang
K4
Tiere
2HAVO
Slide 1 - Tekstslide
Lernziel
Wie war das noch mal.... mit den Verben 'haben' und 'sein'?
NEU: du lernst die Regeln der schwachen Verben + Vokabeln
Slide 2 - Tekstslide
Sieh dir die Vokabeln an
K4 - S.136
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Haben, sein, schwache Verben
Wir wiederholen den Präsens
Slide 4 - Tekstslide
Was ist ein schwaches Verb?
Niederländisch und Deutsch
Slide 5 - Tekstslide
Faustregel
Nach dem Stamm:
(fe)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 6 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus beim Verb 'machen'?
Slide 7 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'machen'?
ich mach
e
du mach
st
er/sie/es/man/wer mach
t
wir mach
en
ihr mach
t
sie/Sie mach
en
Slide 8 - Tekstslide
Partizip II / Perfekt
Was fällt euch auf?
gemacht
gespielt
gehört
Slide 9 - Tekstslide
Partizip II / Perfekt
Was fällt euch auf?
ge
mach
t
ge
spiel
t
ge
hör
t
Slide 10 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'reden'?
ich red
e
du red
st
er/sie/es/man/wer red
t
wir red
en
ihr red
t
sie/Sie red
en
Slide 11 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'reden'?
ich red
e
du red
st
er/sie/es/man/wer red
t
wir red
en
ihr red
t
sie/Sie red
en
kannst du alles gut aussprechen?
Slide 12 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'reden'?
ich red
e
du red
e
st
er/sie/es/man/wer red
e
t
wir red
en
ihr red
e
t
sie/Sie red
en
Slide 13 - Tekstslide
Perfekt
beim Verb 'reden'?
Slide 14 - Tekstslide
Perfekt
beim Verb 'reden'?
ge
red
e
t
Slide 15 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'reisen'?
ich reis
e
du reis
st
er/sie/es/man/wer reis
t
wir reis
en
ihr reis
t
sie/Sie reis
en
Slide 16 - Tekstslide
Wie sieht es denn aus
beim Verb 'reisen'?
ich reis
e
du reis
t
er/sie/es/man/wer reis
t
wir reis
en
ihr reis
t
sie/Sie reis
en
Slide 17 - Tekstslide
Jetzt du!
Slide 18 - Tekstslide
das Verb 'haben'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 19 - Sleepvraag
das Verb 'sein'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 20 - Sleepvraag
übersetze 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt
Slide 21 - Quizvraag
übersetze: jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 22 - Quizvraag
für welche Personalpronomen gilt: Konjugierung = Infinitiv?
A
ich + er/sie/es
B
er/sie/es + wir
C
wir + sie/Sie
D
wir + ihr + sie/Sie
Slide 23 - Quizvraag
Welches Verb weicht ab?
Slide 24 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Er ............... (streicheln)
Slide 25 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Eva .......... (haben) ein Kaninchen.
Slide 26 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Ihr ............. (sein) meine Freunde.
Slide 27 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Du .............. (heißen) Max?
Slide 28 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Er hat ein Buch ................ (kaufen)
Slide 29 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Wir sind mit dem Hund .......... (spazieren).
Slide 30 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Du ............. (tanzen) mit Ella.
Slide 31 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Ihr .................. (haben) gestern ein Eis bekommen.
Slide 32 - Open vraag
Ergänze in der richtigen Form:
Wir sind gestern in der Schule ................ (sein).
Slide 33 - Open vraag
übersetze:
jullie zorgen voor
(zorgen voor = versorgen)
Slide 34 - Open vraag
Perfekt vom Verb: 'besuchen' (=bezoeken)?
A
gebesucht
B
besuchd
C
besuchen
D
besucht
Slide 35 - Quizvraag
Perfekt vom Verb
'wünschen'?
Slide 36 - Open vraag
Wortschatz
Slide 37 - Tekstslide
der Affe
die Affe
die Cavia
das Meer-hündchen
das Meer-
schweinchen
der Hund
die Schild-kröte
der Schildpad
die Hund
der Hond
Slide 38 - Sleepvraag
1
Slide 39 - Video
02:51
Welche Tiere hast du gesehen?
Slide 40 - Open vraag
de kikker
de snelheid
de afstand
de kleren
der Frosch
Der Quaker
die Schnellheit
die Geschwindigkeit
der Stekke
die Strecke
die Klamotten
Der Kledung
Slide 41 - Sleepvraag
übersetze:
de groente
Slide 42 - Open vraag
übersetze:
de spin
Slide 43 - Open vraag
übersetze:
aaien
Slide 44 - Open vraag
übersetze:
de tand
Slide 45 - Open vraag
übersetze:
het lievelingsdier
Slide 46 - Open vraag
das Lernziel:
- ik kan de werkwoorden vervoegen
A
Ik kan het en kan het iemand anders uitleggen.
B
Ik kan het bijna
C
Ik kan het (nog) niet en moet nog leren
D
Ik snap het nog helemaal niet
Slide 47 - Quizvraag
Das Lernziel:
Ik weet de woordjes uit hoofdstuk 4 (Tiere)
A
Ik weet ze goed en zeker
B
Ik weet de meeste woordjes
C
Ik weet het nog niet goed genoeg
D
Ik weet ze nog niet en ga nog leren
Slide 48 - Quizvraag
Slide 49 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Kapitel 4
10 dagen geleden
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
28ste les m3b (27 nov)
November 2020
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Wiederholung Grammatik A+B Kapitel 1
November 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1HV K3 grammatica + woorden
Mei 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2hv - Grammatica Boek A
April 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
K.2: Vorbereitung Lernarbeit
Januari 2021
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 41 les 1+2 PPt 10.10.2023
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4V - K3 - C GR sterke werkwoorden a-ä/ e-i + Perfekt
Februari 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4