B2: herhaling - Gouden eeuw + 2,1 en 2,2
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad?
Laat leerlingen benoemen:
- samenleving/maatschappij
- sociale omgeving
- identiteit
- regels en wetten
- sociaal wezen
- etc.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Quizlet - Hoofdstuk 1 (gouden eeuw) + 2,1 en 2,2 b2
https://quizlet.com/_7bo10c?x=1jqt&i=1fptc3
Waar voer de VOC heen?
A
India
B
Indonesië
C
Indië
D
Amerika
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de volgende is NIET een specerij?
A
Cacao
B
Peper
C
Koffie
D
Zout
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Om minder risico te lopen werkte mensen samen in een handelscompagnie zoals de VOC
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent het begrip 'Droogmakerij'?
A
Een droog stuk waar mensen op lopen
B
Een plek waar mensen hun spullen droog maakten
C
Land dat nog onderwater staat
D
Land dat vroeger onderwater stond en nu is drooggelegd
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent het begrip 'regent'?
A
een rijke boer in een gewest of stad
B
een stadhouder van een gewest of stad
C
een rijke bestuurder in een gewest of stad
D
een koning van een gewest of stad
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een Republiek?
A
een land met koning
B
een land zonder koning
C
een land met veel handel
D
een land met keizer
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom sloten de Nederlanders de Schelde af? (het stukje water naar Antwerpen)
A
omdat de VOC dan het water beter kon gebruiken
B
omdat Nederland dat leuk vond
C
omdat het land bleef overstromen
D
omdat Nederland in oorlog was met Spanje
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wie op de afbeelding is de derde stand?
A
de onderste persoon die iedereen draagt
B
de man die voorop zit
C
de man die achterop zit
D
de dieren linksonder in de afbeelding
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat waren de twee redenen voor het begin van de Franse Revolutie?
A
de gevangen genomen vijanden van Lodewijk en de oorlogen
B
verlaagde belastingen en mislukte oogsten
C
verhoogde belastingen en mislukte oogsten
D
de verlaagde belastingen en de oorlogen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke drie standen waren er in Frankrijk tussen 1700-1800?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie is de persoon op de afbeelding?
A
Napoleon
B
Robbespiere
C
Lodewijk
D
Marie-Antoinette
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat werd er bestormt op 14 juli 1789 en luidde het begin van de Franse revolutie in?
A
de arc de triomf
B
het paleis in Versailles
C
de bastille (gevangenis)
D
de standenvergadering
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Quizlet - PTO1 kgt1
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
