Communicatie 4 - Actief luisteren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Je meld je via de mail ziek bij je SLB'er.
Je SLB'er is de ....?...

1. Medium
2. Zender
3. Boodschap
4. Ontvanger

Je meld je telefonisch weer beter.
Je mobiel is de/het

1. Medium
2. Zender
3. Boodschap
4. Ontvanger

Actief luisteren:

• Meer dan alleen horen.
• Met ogen en oren.
• Luisteren "tussen de regels door". Wat bedoeld iemand nou eingelijk 
• Onvoorwaardelijk luisteren: Luisteren zonder eigen oordeel.

• Actief luisteren wil zeggen:
• Dat je hoort en ziet wat de ander zegt.
• Dat je de boodschap verwerkt.
• Je laat verbaal  en non-verbaal - blijken dat je de ander begrijpt.

Je middelvinger opsteken is....

1. Verbale communicatie
2. Non verbale communicatie

Vragen:

1. Hoe laat jij merken in een gesprek dat je luistert?
   
2. Hoe weet of voel jij dat de ander écht naar jou luistert?
   

• Terugkoppelen
• Samenvatten: Verhaal inkorten tot de belangrijkste "zaken"
• Parafraseren: Inhoud in eigen woorden navertellen.

• Gebruik maken van stiltes
• Stiltes kunnen een functie hebben.

• Benoemen van observaties
• "Ik zie dat het u raakt"

• Reflecteren van gevoel
• "ïk schrik daar van"

Zoek jij gelijkwaardigheid?

• Wat zijn de verschillen tussen het A en B gedeelte?
  
• Waar leidde de verkeerde start toe?
  
• Hoe vind jij dit overkomen?
  
• Wat levert goede gespreksvoering op?
  

De ontvanger reageert op de boodschap van de zender.
De blauwe pijl staat dan voor ....

1. Ruis
2. Feedback
3. Referentiekader
4. Terugkoppeling

Een objectief gegeven is

1. Een bloeddruk van 140/90 RR
2. Pijn
3. Jeuk
4. Vermoeidheid

Discussie voeren is

1. Eenzijdige communicatie
2. Meerzijdige communicatie

Nieuws luisteren via de radio is

1. Eenzijdige communicatie
2. Meerzijdige communicatie