LOB Les 5 periode 2: Doorleren of werken?

les 5 periode 2 LOB 


Doorleren
of 
werken? 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 5 periode 2 LOB 


Doorleren
of 
werken? 

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma  vandaag

  • lesdoelen vandaag 
  • Bespreken opdrachten 19 t/m 22
  • Huiswerk bespreken (Kwaliteiten/vaardigheden opdracht en interessetest opdracht) 

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen 
Leerdoelen: 
Aan het einde van de les:
- weet je dat je leren kan oefenen en trainen
- Weet je dat er factoren zijn die invloed hebben op hoe goed jij kunt leren
- ken je de verschillende leerstijlen 
- heb je nagedacht over welke leerstijl bij jou past. 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 19 t/m 21
Bespreken van de opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken 
- Opdracht eigenschappen en vaardigheden. Maak een collage van jou eigenschappen en vaardigheden. 
- Opdracht interessetest. kies 3 opleidingen die uit je test komen en maak daar een kort verslagje van. Welke opleidingen heb je gekozen, waarom lijken deze jou leuk en wat heb je nodig om deze opleidingen te kunnen gaan doen? 

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Een eigenschap = iets dat bij jou hoort. Het zegt iets over hoe jij bent. Ieder mens heeft goede en slechte eigenschappen. 
  • Voorbeelden van goede eigenschappen zijn: humor, betrouwbaar zijn.
  • Voorbeelden van minder goede eigenschappen zijn: ongeduldig en slordig.

Slide 6 - Tekstslide

Iedereen heeft goede eigenschappen. Een goede eigenschap is bijvoorbeeld dat je aardig bent. Zo'n goede eigenschap kun je ook een kwaliteit noemen. 

Slide 7 - Tekstslide

Ieder mens heeft goede en slechte eigenschappen. Sterke en zwakke kanten. Wanneer je goed naar jezelf kijkt, weet je wat jou sterke en zwakke kanten zijn. Eigenschappen horen bij jou. Ze zeggen iets over jou karakter.
Dat wil niet zeggen dat je niet kunt veranderen. Je kunt jezelf verbeteren en dingen leren waar jij of een ander niet tevreden over is. Bijvoorbeeld: netter leren werken. 

Slide 8 - Tekstslide

Vaardigheden 
Vaardigheden zijn dingen die je (goed) kunt.
Bijvoorbeeld: voetballen, een presentatie geven, klanten helpen.  
Je weet inmiddels wat een eigenschap is. Eigenschappen hebben te maken met jouw vaardigheden. Maar eigenschappen en vaardigheden zijn niet hetzelfde. 

Voorbeeld: Je bent behulpzaam (eigenschap) en je kunt klanten in een winkel goed helpen (vaardigheid). 

Slide 9 - Tekstslide

Vaardigheden kun je leren, oefenen en ontwikkelen. 
Dit doe je niet alleen op school en stage maar ook thuis en buiten.  
Als je bijvoorbeeld bezig bent met je hobby of je sport. 
Overal oefen je jouw vaardigheden. 

Slide 10 - Tekstslide

Realistisch kijken naar wat je kunt 
Je kunt vaardigheden oefenen. Maar je wordt niet altijd beter. 
Het talent wat iemand heeft, speelt ook een grote rol. Ook eigenschappen hebben invloed op hoe goed iemand ergens in kan worden. 
Het is belangrijk een realistisch beeld te krijgen van wat jij kunt. Dat helpt jou bij het maken van keuzes. 

Slide 11 - Tekstslide

Leren  blz. 61
Misschien wil je wel doorleren na deze opleiding. 
Om goede keuzes te kunnen maken moet je weten: 
- welke opleidingen er zijn die passen bij wat jij wilt.
- welke opleidingen er zijn die passen bij wat jij kunt. 
Je moet een realistisch beeld hebben van jouw leervaardigheden. 
En je moet weten op welk niveau jij kunt leren.

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende leerstijlen
Leren kun je op verschillende manieren doen. In de praktijk of meer vanuit de theorie. Je moet ontdekken op welke manier jij het beste leert. Of welke manier van leren het beste bij jou past. 

Leren kun je ook oefenen en trainen. Door oefening en training word je beter in het leren. Maar er zijn meer dingen die invloed hebben op hoeveel effect die oefening en training hebben. Bijvoorbeeld jouw thuissituatie. Of wat je lichaam aankan. 
Of hoeveel talent jij hebt. Het kan een positief of negatief effect hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Is leren een eigenschap of een vaardigheid?

Slide 14 - Open vraag

Leerstijlen 
Leren is nieuwe dingen te weten komen. 
Leren is nieuwe vaardigheden leren. 
Leren is nieuwe dingen leren doen. 
Je kan ook beter worden in vaardigheden die je al hebt. 
Iedereen leert op zijn/haar eigen manier. 
Iedere stijl heeft een andere naam. 

Slide 15 - Tekstslide

Leerstijlen 
  • Praktisch leren
  • Theoretisch leren
  • Ontdekkend leren
  • Leren door nadoen 

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten 
Maak opdracht 23 t/m 26. 

Slide 17 - Tekstslide

Welke leerstijl past bij jou?
A
Theoretisch leren
B
Praktisch leren
C
Ontdekkend leren
D
Leren door nadoen

Slide 18 - Quizvraag